Tagarchief: Prometheus

Factor 7

Mededeling: binnenkort verschijnen mijn artikelen alleen nog op http://www.theonlymrsjo.nl. Abonneer je op mijn blog of volg mij via Bloglovin of Facebook om niets te missen.

====

Ik ben goed in het neerzetten van een structureel plan van aanpak en het regelen van een efficiënte planning. Minder goed ben ik in het mij houden aan die planning 🙂 . Dat wil zich bij het bloggen wel eens uiten in het op het laatste moment lezen van een roman waarover ik heb afgesproken op een bepaalde datum een blogpost online te zetten. Mijzelf kennende is een beetje deadline-stress niet erg en soms zelfs extra inspirerend, maar het risico bestaat dan dat er eigenlijk onvoldoende tijd is om over het gelezene na te denken en een leeservaring onder woorden te brengen. En ik vermoed dat ik daar nu mee heb te kampen. Ik heb namelijk voor de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur de roman Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire (Ambo Anthos) mogen lezen. Dat heb ik de afgelopen dagen gedaan en ik heb een aantal uren zeer zeker leesplezier gehad, maar eerlijk gezegd heb ik nog geen idee wat ik van dit boek vind.

zeg maar dat we niet thuis zijn

Zal ik het lezen als het tragikomische verhaal van een jonge man, Milan den Hartog, die wanhopig op zoek is naar een nieuwe toekomst en zich ontworstelt aan zijn jeugd bij twee, elkaar regelmatig in de haren vliegende, moeders en aan zijn huidige werkomgeving? Die werkomgeving is trouwens een uitvaartonderneming, dus een rechtstreekse combinatie van leven en dood. Alleen al die setting geeft genoeg om over te schrijven en om over na te denken. Hij maakt in de laatste week dat hij dit werk nog wil doen, nog van alles en nog wat mee, inclusief een dode die via mail met zijn kinderen communiceert, een Aldi-boodschappentas vol met geld en de verdwijning van het stoffelijk overschot van een Marokkaanse oma.

Of zal ik op zoek gaan naar diepere bedoelingen, filosofische overwegingen en dergelijke? Er komen meer dan genoeg mooie zinnen in voor die pas enkele passages later goed tot mij doordrongen. Het gebeurt niet vaak, maar ik heb nu af en toe teruggebladerd om zinnen opnieuw te lezen. Zo is er een oudere mevrouw die spontaan tegen Milan begint te praten en vertelt dat alles in drie dimensies gebeurt: de belofte, de vertelling en het gemis. En er wordt tijdens een uitvaartdienst een spreuk gehanteerd over dansen op de rug van de zee zonder te verdrinken. Geen alledaagse beelden. Ik ben er van overtuigd dat dit een boek is dat in de komende tijd/jaren op onverwachte momenten weer in mijn geheugen naar voren komt, maar nu is de ervaring nog te nieuw om een goed oordeel te kunnen vormen. Ik heb zelfs overwogen om met het schrijven van deze blogpost te wachten totdat de eerste publicaties van mijn medebloggers online komen (die publicaties kun je overigens vinden via deze LINK), om een idee te krijgen wat zij van deze roman vinden. Maar ik ben nog nooit weggelopen voor mijn verantwoordelijkheid en vrijheid om een eigen mening te vormen, dus heb ik uiteraard op eigen houtje deze blogpost geschreven.

Hoe het uiteindelijke oordeel ook zal zijn, het boek springt positief naar voren door de eenvoudige schrijfstijl. Dat is volgens mij pure schijn: hoe eenvoudiger je wilt schrijven, des te moeilijker dat is. Naar mijn idee zit het verhaal ook vol met symboliek, zoals de opdeling in zeven hoofdstukken, zijnde de zeven dagen dat Milan nog bij de uitvaartonderneming werkt. Hij heeft er dan zeven jaar gewerkt. Zeven is in de christelijke traditie een heilig getal: de zeven dagen van de schepping, de zeven vette en magere jaren etc. Hoe dit in andere religies is, weet ik niet.

djinnIk kon er niets aan doen en ik weet ook niet waarom, maar ik zag bij hoofdpersoon Milan steeds Tofik Dibi voor me. Dibi, de ex-politicus van Marokkaanse afkomst, is er recentelijk vooruitgekomen dat hij homoseksueel is. Deze “bekentenis” levert hem naar mijn mening zowel rust als onrust op. Dat gevoel had ik ook bij Milan. Hij doet zijn uiterste best om anderen te begeleiden (zowel in zijn werk als in zijn privéleven) en probeert ook voor zichzelf duidelijk te krijgen wat hij wil en wat hij voelt, maar dat is zeker niet simpel. Dibi heeft ook een boek geschreven (dat ik niet heb gelezen) en dat boek heeft als titel Djinn (Prometheus). Een djinn is, simpelweg in mijn woorden, een kwade geest die bezit van jou kan nemen. Deze djinns werden in de roman van Novaire ook gevreesd tijdens de bijeenkomst van de Koerdische familie die moet besluiten waar hun overleden vader wordt begraven.

dertig dagenHoewel de roman een chronologische volgorde heeft, is er toch voldoende ruimte voor “uitstapjes”. Dat komt met name doordat Novaire de overleden Koerdische vader “aan het woord” laat komen en hem laat aangeven wat er voor hem belangrijk is en hoe hij zijn leven in Nederland heeft ervaren. En ook door de verhalen van de nabestaanden is er ruimte om de sfeer goed neer te zetten. De sfeer van Zeg maar dat we niet thuis zijn deed mij denken aan Dertig dagen van Annelies Verbeke (Uitgeverij De Geus). Er zit een subtiele combinatie van emotie en een zekere afstandelijkheid in die doet vermoeden dat er onder het oppervlak van alles borrelt en bruist. Het is een schrijfstijl waar ik van houd, met name ook omdat ik daardoor extra moet nadenken over wat ik van de inhoud vind. Knappe prestaties van auteurs om in de overweldigende hoeveelheid publicaties die elke maand het daglicht zien, hiermee de aandacht te trekken!

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn hartelijke dank gaat uit naar uitgeverij Ambo Anthos voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar. In deze roman komen cultuurverschillen en verschil in religieuze opvattingen op natuurlijke wijze naar voren. Gezien de recente gebeurtenissen in Parijs (op vrijdag 13 november 2015) geeft dit een extra dimensie aan de leeservaring.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Mindset

Vertel eens: heb jij Anna Karenina van Tolstoj gelezen? En Naar de vuurtoren van Virginia Woolf? En hoe zit het met Moby Dick van Herman Melville, Het grauwe huis van Charles Dickens en James Joyces Ulysses?  Allemaal, stuk voor stuk, boeken die horen tot de top van de wereldliteratuur. Ik heb de meeste van deze boeken niet gelezen (ook al ligt Naar de vuurtoren sinds afgelopen Boekenweek wel op mij te wachten en herlees ik bijvoorbeeld regelmatig Jane Eyre) en ik heb er totaal geen last van dat ik dergelijke kost (nog) niet op mijn “gelezen-lijst” heb staan. Waar ik wel last van heb, is het gevoel dat Peter Mendelsund mij geeft via zijn boek Wat we zien als we lezen (Atlas Contact). Hij geeft mij namelijk het gevoel dat ik als lezer eigenlijk niet meetel als ik de aan het begin genoemde werken (of boeken van een dezelfde niveau) niet heb gelezen. En daar erger ik mij aan.

wat we zien als we lezen

Ik had een totaal ander boek verwacht, misschien wat naïef van mijn kant. Ik had gedacht en gehoopt dat dit boek leuk zou zijn om te lezen, met een heleboel herkenning van “o ja, zo ervaar ik het ook”, grappige constateringen en leuk bedachte bruggetjes. Niets van dat al. Het is een pseudo-wetenschappelijke onderbouwing van de eigen mening van Mendelsund. Pseudo, want hij kan er wat mij betreft nog zo veel voorbeelden uit de door hem zo vaak herlezen wereldliteratuur bijhalen, het blijft een heel boek lang het boekstaven van zijn eigen opvattingen. En dat is natuurlijk helemaal niet vreemd voor een auteur, maar dit keer kan en wil ik er simpelweg niet in meegaan.

Bij het horen van de titel Wat we zien als we lezen ging mijn eigen fantasie meteen op volle toeren werken. Mijn associatieve gevoel sprong heen en weer tussen de Suske&Wiske’s uit mijn jeugd, de zeven delen uit de Harry Potter-serie, herinneringen aan uitspraken van mijn vader, filosofische teksten die ik in de loop der tijden heb gelezen en nog zo wat. Geen van deze associaties lijkt op iets wat Mendelsund naar voren brengt.

Misschien ben ik al heel jong door mijn moeder “verpest”. Zij was een meester-voorlezer. Zij was in staat om een Suske & Wiske zó voor te lezen dat ik de plaatjes niet nodig had om het verhaal te begrijpen. Met haar stem, haar intonatie en timbre wist zij voor mij de plaatjes te “tekenen”. En dat ben ik blijven doen: zelf invulling geven aan wat ik lees, soms los van wát ik lees. Zo zijn bijvoorbeeld alle leden van de familie Malfidus stelselmatig in mijn beleving zwartharig, terwijl toch echt steeds in de boeken van J.K. Rowling over Harry Potter wordt benadrukt dat zij allemaal ultiem blond zijn. En ja, ook mij overkomt het regelmatig dat ik een hoofdpersoon “voor mij zie”, terwijl ik op dat moment echt geen letterlijke beschrijving van dat personage kan geven. Maar dat boeit mij ook niet.

Mendelsund eindigt zijn boek met een quote uit het eerder genoemde werk van Virginia Woolf: “het was wazig”. Daarmee geeft hij wat mij betreft de beste samenvatting van zijn eigen boek. Voor mij is het nog steeds volstrekt onduidelijk wat hij nu eigenlijk wil zeggen of bewijzen. Door het irritant veel gebruik van vakjargon en de gebruikte voorbeelden, gaf hij mij dus het gevoel dat je niet meetelt als je je tijd af en toe besteedt aan “simpele boekjes”. En verder irriteerde het mij bovenal dat ik niet de vrijheid van hem kreeg om een andere mening, een andere onderbouwing voor hetzelfde verschijnsel te hebben.

Omwille van deze blogpost (die ik schrijf in het kader van mijn deelname aan de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur) heb ik het boek een tweede keer gelezen. Ik heb daarbij geprobeerd mijn frustratie van de eerste keer te negeren. En natuurlijk verging het mij nu meer zoals Mendelsund zelf beschrijft over het lezen van zijn favoriete boeken: eerste keer er doorheen snellen voor de grote lijn, tweede keer meer aandacht voor details en bijzonderheden (vrije quote). Maar uiteindelijk werd ik niet milder gestemd. Halverwege het boek raakte Mendelsund mij weer kwijt (of ik hem 🙂 ). En wat overheerst is toch het gevoel van arrogantie van iemand die in principe in een ander deelgebied van de uitgeverswereld zijn werkzaamheden heeft (als ontwerper van boekomslagen, en eerlijk is eerlijk, daarin is hij heel bedreven) en daaraan het idee ontleent dat iemand op zijn mening zit te wachten.

Natuurlijk zie ik ook wel dat Mendelsund veel tijd en aandacht aan dit boek heeft besteed. Zeker de vormgeving met bij de tekst passende illustraties en “verbeeldingen” maakt het een bijzonder boek. Door mijn eigen mindset en verwachtingspatroon komt het op dit moment tussen ons niet meer goed. Dat gebeurt mij niet vaak, maar uniek is het niet.125 x 200 WT Door mijn verwachtingspatroon  over bijvoorbeeld Joe Speedboot van Tommy Wieringa (de Bezige Bij), dat uiteindelijk niet aansloot op de inhoud van die veel geprezen roman, heb ik er op Goodreads slechts 2 (van de 5) sterren aan toegekend. Een ander voorbeeld dat ik nog vers in mijn geheugen heb is de door velen bejubelde roman Dorsvloer vol confetti van Franca Treur (Prometheus). Mijn mindset zorgde ervoor dat ik dolgraag die dorsvloer zou willen schoonvegen om het vervolgens voor altijd de rug toe te keren.

Toch nog even een positief geluid? Het deed mij goed dat Mendelsund de dichter Wordworth aanhaalt. Een gedicht van deze Engelse dichter had ook grote invloed op de hoofdpersoon in De linkshandigen, een roman van Christiaan Weijts (de Arbeiderspers). En die roman las ik precies op het juiste moment met de juiste mindset!

Simpele conclusie dit keer: Wat we zien als we lezen is niet aan mij besteed. Misschien denken mijn medebloggers van Een perfecte dag voor literatuur hier anders over. Dit kun jij uitvinden via deze LINK.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Dat mijn oordeel over het boek van Mendelsund niet zo positief is, doet niets af aan mijn dank aan de uitgever voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

PS Binnenkort gaat mijn boekenblog verder op http://www.theonlymrsjo.nl. Op dit moment publiceer ik mijn blogposts nog hier én daar, maar dat gaat veranderen. Wil je niets missen? Ik zou het leuk vinden als jij je abonneert op mijn blog. Dat kan via http://www.theonlymrsjo.nl/.

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Vergeet-mij-nietje

icaExtreme bewondering en obsessie, uitmondend in een verregaande afhankelijkheid. Ik kan mij daar zelf weinig bij voorstellen. Natuurlijk zijn er schrijvers, artiesten en musici die ik bewonder om hun prestaties, maar het leidt er zelden toe dat ik echt meer wil weten over de persoon zelf. En ik heb al helemaal niet het idee dat ik voor mijn eigen ontwikkeling en gedrag afhankelijk ben van het gedrag van een ander. Voor Nadine Sprenger, de hoofdpersoon in de roman Ica, ligt dat anders. Zij is zo vol van de schrijfster Ica Metz, dat zij heeft besloten haar volgende boek te laten draaien om het personage Ica.

Om zo veel mogelijk over haar protagonist te leren en zo veel mogelijk materiaal te verzamelen voor de roman, ontwikkelt Nadine een plan om Ica in haar nabijheid te laten verblijven. Uiteindelijk resulteert dit in een verblijf voor (in principe) onbepaalde tijd in het vakantiehuisje van de familie van Nadine in een Frans dorpje in de Morvan. De periode is niet alleen onbepaald doordat er niet is afgesproken voor hoeveel weken zij daar zullen verblijven, maar ook doordat Ica en Nadine alle klokken, mobiele telefoons en andere apparatuur met tijdsaanduiding uit hun samenleven daar verbannen.

Uit alles blijkt natuurlijk dat Ica is gebaseerd op de schrijfster Connie Palmen. Schrijfster Eva Posthuma de Boer heeft dat ook nooit onder stoelen of banken willen steken. Zij wilde een roman schrijven over Connie en heeft haar daarom geruime tijd “bestudeerd”. Dit vinden we in de roman dus terug in de hoedanigheid van Nadine, die over de gevierde schrijfster Ica Metz wil schrijven. Een aantal voorvallen in de roman zijn rechtstreeks te herleiden naar gebeurtenissen in het leven van Eva en Connie. Deze wetenschap geeft een voortdurende, licht kietelende, spanning tussen fictie en feit. Wat is daadwerkelijk gebeurd en waar heeft de schrijfster haar talent aangewend voor een flinke portie fictie? En in hoeverre is die scheidingslijn eigenlijk aan te brengen. Eva laat het personage Ica in de roman licht spottend de vraag stellen: “is dit het werkelijke leven?” (vrije quote).

een blik jodenkoekenIk moet trouwens bekennen dat ik nog nooit een roman van Connie Palmen heb gelezen. Er staat wel het een en ander van haar hand in mijn boekenkast, maar het is er nog niet van gekomen om het te lezen. Het is wel apart om te constateren dat ik nu meer óver dan ván Palmen heb gelezen. Zij komt namelijk ook voor in een boek dat ik zo’n 2 jaar geleden heb gelezen: Een blik jodenkoeken (Uitgeverij Prometheus). Dit boek is geschreven door Jessica Meijer, de dochter van Ischa Meijer. Ischa Meijer en Connie Palmen hebben tot aan het overlijden van Ischa een relatie gehad en Jessica verbleef vanaf een bepaalde leeftijd regelmatig bij hen. Een blik jodenkoeken is het persoonlijke verslag van Jessica, over het overlijden van haar vader, de relatie met haar moeder, de invloed van de verbroken verhouding tussen haar ouders, haar moeizame relatie met eten en met zichzelf. Het grote verdriet dat Connie heeft ervaren door het wegvallen van Ischa maakte dat zij misschien niet op de meest optimale manier naar Jessica heeft gereageerd. Haar gedrag heeft grote invloed op het zelfbeeld van Jessica en het duurt heel lang voordat Connie en zij hierover op een neutrale, uitgebalanceerde manier kunnen communiceren.

Het is simpelweg niet voorspelbaar hoe iemand onder extreme omstandigheden reageert en handelt. Dat blijkt ook wel als Nadine onder extreme druk staat tijdens haar verblijf met Ica in het Franse huisje. Ik vond het bijzonder beklemmend om te lezen hoe Nadine haar plan opstelt, hoe zij te werk gaat en hoe extreem afhankelijk zij is van Ica. Ica heeft al enige tijd niets geschreven en dat voert de spanning op. Nadine blokkeert zelf in haar schrijven zolang er geen nieuwe impuls van Ica komt. Daarom heeft zij een dubbel belang bij de heilzame invloed van het buitenleven in Frankrijk.

In de proloog wordt al de vraag gesteld of iemand met een alfabetisch gesorteerde boekenkast in staat zou zijn tot moord. Of het ook tot moord komt, dat ga ik hier echt niet vertellen 🙂 Wat ik hier nog wel wil vertellen, is de grappige opbouw van het boek. Het volgt de lijnen van een klassieke tragedie volgens de opvatting van Aristoteles. Het geheel is opgebouwd uit een aantal bedrijven en tussendoor komt er een koor opdraven om de verbinding tussen de bedrijven te duiden. Dit gaf iets extra’s aan het geheel.

Nadine vertelt aan Ica dat zij geen geheugen heeft voor planten- en bloemennamen, behalve voor het vergeet-mij-nietje. Tekenend voor de sfeer (zowel gespannen als zo nu en dan bijna hilarisch ontspannend) en de stijl is dan de terloopse opmerking van Ica dat Nadine dus blijkbaar dat plantje gehoorzaamt. Of deze roman zelf een vergeet-mij-nietje gaat worden? Daar ben ik nog niet helemaal van overtuigd. Het is nu, door de herkenbaarheid van Palmen en enige andere opgevoerde bekende personages, aantrekkelijk om te lezen, maar ik heb geen idee hoe dat voor bijvoorbeeld een volgende generatie lezers zal zijn. Eva Posthuma de Boer heeft een soepele en toch doordachte schrijfstijl. Daardoor was Ica in ieder geval een prettige leeservaring en dat is ook zeker wat waard.

Overigens mocht ik Ica lezen in het kader van de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Mijn dank gaat uit naar Ambo Anthos voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Wil je weten wat mijn medebloggers over de roman Ica schrijven? Klik dan HIER.

1 reactie

Opgeslagen onder Boek review

Moderne fabels

Ik heb het druk, erg druk. Of ik maak mij druk, te druk. Hoe dan ook, de laatste tijd heb ik bar weinig gelezen en navenant nog minder geblogd. Het lezen komt er simpelweg niet van. Er ligt een stapeltje recensieboeken naar mij te loeren, stuk voor stuk interessante boeken, maar op de een of andere manier komen ze niet van die stapel af. En mijn beproefde methode om het lezen weer op gang te krijgen, namelijk met een spannende thriller of een echte feelgoodroman, wil dit keer ook niet helpen. Want er is maar weinig tijd en die wil ik zo goed mogelijk besteden, dus ligt “een tussendoortje” niet voor de hand. Al dat wikken en wegen leidt er uiteindelijk toe dat ik nauwelijks iets (uit)lees.

En juist op het moment dat ik dacht: “laat alles ook maar, het wil niet en het lukt niet en ik ga mijzelf niet dwingen, want lezen moet het synoniem blijven van plezier”, juist op dat moment sloeg ik de verhalenbundel Mens vs. Natuur open. Een bundel van twaalf bizarre verhalen van de hand van Diane Cook, mooi vormgegeven in een uitgave van Meridiaan Uitgevers.

Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats: het is in ieder geval onmogelijk om maar één verhaal te lezen. Als je eenmaal de smaak van haar schrijfstijl te pakken hebt (en dat duurt echt niet lang!), kun je niet anders dan de hele bundel willen lezen. Zowel qua schrijfstijl als qua inhoud is dit één van de meest indrukwekkende publicaties die ik de laatste tijd gelezen heb. En bij elk nieuw verhaal stonk ik er weer in: het verhaal begint redelijk “normaal”, voortkabbelend, het zou kunnen gaan om je buurman of een collega. En dan opeens, in no-time, zit je in een bizarre, onwerkelijke, beangstigende situatie en ontsnappen is geen optie. Het is niet eng in de zin van horror of sommige fantasy, het enge zit er in dat je voortdurend het gevoel hebt dat dit morgen zomaar in het echt kan gebeuren.

Het zijn twaalf absurde en bizarre verhalen. In elk verhaal is er sprake van strijd, mens tegen natuur maar zeker ook mens tegen mens en mens tegen zichzelf. En ik merkte bij mijzelf dat ik voortdurend werd heen en weer geslingerd tussen empathie en antipathie jegens de hoofdpersoon in elk afzonderlijk verhaal. Want hoe oordeel je over een persoon die zich in zijn eigen huis verstopt in een periode dat de wereld overstroomt. Hij heeft genoeg te eten en te drinken en zorgt er angstvallig voor dat niemand uit het overvolle buurhuis bij hem terecht komt. Eigen belang gaat voor groepsbelang. Maar als dan blijkt dat de groep juist doordat het een groep is, veel sterker blijkt in overleven, wat dan? Hoe moet de eenling dan handelen?

En wat doe je als er een vreemd, alles vermorzelend monster in jouw kantoorpand rondwaart? Ga jij je collega’s helpen om te vluchten of maak jij jezelf als eerste uit de voeten? En als jij als tienjarige jongen overbodig blijkt te zijn? Stap jij dan zonder morren in de Stortkoker? En ga zo maar door. De thema’s liegen er niet om.

Maar bovenal maakt deze bundel indruk door het schrijverstalent van Diane Cook. Een soepel lezende schrijfstijl met mooie beeldspraak en prachtig geconstrueerde zinnen. Een genot om te lezen, ondanks de steeds vreemder en extremer wordende en agressievere verhalen. Ik moest wel af en toe even naar adem happen en het adrenalineniveau laten dalen. Zo bijzonder en bij elk verhaal had ik zoiets: dit moet ik nog eens lezen. Er is het voortdurende gevoel dat er nog veel meer uit de verhalen te halen is. Die extra dimensie vind ik uitermate aantrekkelijk.

Ik mocht deze bundel lezen als “toetje” op het afgelopen lees- en blogseizoen van de leesclub Een perfecte dag voor literatuur. Hartelijk dank voor de uitgever voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar, maar ook grote dank voor het uitgeven. Het is ook typisch een bundel om weer eens nadrukkelijk stil te staan bij de rol en de invloed van een vertaler. Volgens mij kan een vertaler echt het verschil tussen “wel aardig” en “subliem” maken. Ik vind dat Kees Mollema er zeker voor gezorgd heeft dat ik een optimale leeservaring had. Dus vertaler, chapeau!

Over elk verhaal is het een en ander te vertellen, maar natuurlijk is mijn advies dat jij zelf deze bundel moet lezen :). Bij het eerste verhaal (over een vrouw die weduwe is geworden, al haar bezittingen heeft moeten inleveren en nu in een tehuis moet wachten op een nieuwe partner) moest ik terugdenken aan de roman Het verhaal van de dienstmaagd van Margaret Atwood (Prometheus). Deze roman is van een al wat oudere datum, maar de inhoud is nog springlevend. In een totalitair regime leven mannen en vrouwen volgens strakke regels en duidelijke, afgebakende groepen. Elke groep heeft een eigen opdracht en het hele leven staat in het teken van die opdracht. Beklemmend, absurd en realistisch tegelijk. Knap geschreven.

Door dit soort boeken en verhalenbundels weet ik weer waarom ik zo van lezen hou. Gelukkig heb ik binnenkort vakantie. Eens even flink bijslapen en ontspannen, dan komt het vast allemaal weer in orde. En dat is meer dan de hoofdpersonen van Diane Cook en Margaret Atwood kunnen zeggen.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

1 reactie

Opgeslagen onder Boek review

Sores voor Sores

Eigenlijk ben ik gewoon boos. Boos op de schrijver. Hoe durft hij zo’n boek te schrijven. Een boek in een boek. Of een boek over een boek. Of twee boeken in één kaft. Zeg het maar. Maar het is hoe dan ook niet eerlijk dat de schrijver deze combinatie maakt. Waar ik het over heb? Over de nieuwste roman van Koen van Wichelen met de titel De Barmhartigen. Ik mocht dit boek lezen van Uitgeverij Manteau (WPG Uitgevers België) en mijn plaats innemen in de door de uitgever georganiseerde promotionele blogtour.

Ja, ik weet het: nu moet ik natuurlijk wel proberen uit te leggen waaróm ik boos ben. En boos is misschien ook niet helemaal de juiste benaming van mijn huidige emotie. Het is een soort machteloos gevoel, omdat deze roman zo veel persoonlijke gedachten en gevoelens oproept dat ik er even niet mee over weg kan. Die emoties zijn met name ontstaan door het tweede gedeelte van deze roman. Dat gedeelte wordt gevormd door de roman die de hoofdpersoon uit het eerste gedeelte, David Sores, heeft geschreven. Overigens is David een midden veertiger en heeft hij in zijn leven nogal wat meegemaakt. Hij heeft dan ook veel zorgen aan zijn hoofd, zit volledig met zichzelf in de knoop en probeert te vermijden dat het besef van een uitzichtloze toekomst tot hem doordringt. Het hoe en waarom van deze crisis blijft lang een kwestie van gissen, hoewel het wel duidelijk is dat het overlijden van zijn vader en de spanningen binnen de familie hieraan ten grondslag liggen.

Van Wichelen hanteert in het deel over David een aantrekkelijke schrijfstijl waardoor je het boek niet kunt wegleggen. Je moet simpelweg doorlezen over alle wederwaardigheden van Sores. Prachtig hoe de schrijver een beeld van David neerzet, waarbij wij de absurde, grillige gedachten van David volgen, die vervolgens opvallend vaak uitmonden in overwegend “standaard”-gedrag. Er komt een duidelijk beeld naar voren van een instabiele, emotionele man met een honger naar een aardig woord, een liefdevol gebaar en een vertrouwde, warme leefomgeving. En dan, op een dag, in het plaatselijke café, leest hij een testje in de krant en valt het spreekwoordelijke kwartje: David Sores gaat een boek schrijven. Het onderwerp is voor hem meteen duidelijk. Zijn roman moet gaan over het leven van zijn (overleden) vader. En dan niet als een autobiografisch verhaal, maar juist in de vorm van fictie, losjes gebaseerd op de werkelijkheid.

In eerste instantie valt het niet mee om een uitgever te vinden en vervolgens gebeurt er hoegenaamd niets. David wordt na uiteindelijk één lovende recensie, wel in zijn geboorteplaats (in het Noorden) uitgenodigd voor een signeersessie en daar gaat het mis. Hij wordt ernstig mishandeld door zijn neven, die namens de familie komen “melden” dat zijn openhartigheid niet op prijs wordt gesteld. Door alle media-aandacht rondom deze rel komt echter de verkoop van het boek goed op gang.

Deze passage was voor mij extra beladen, omdat ik dit gedeelte las vlak na de aanslagen in Parijs op Charlie Hebdo. Ook voor dit noodlijdende krantje bleek deze afschuwelijke actie die de cartoonisten en journalisten tot het middelpunt van de wereld maakte, financieel gezien een buitenkans om het voortbestaan voor de middellange termijn te verzekeren. Nog nooit zijn er zó veel exemplaren verkocht als in de week na de aanslag. Hoe morbide is dat.

Verder moest ik denken aan de (promotionele ?) rel rondom het boek Vertrouwd voordelig van Peter Middendorp (Prometheus). Ik heb dit boek (nog) niet zelf gelezen, maar uit de publiciteit rondom dit boek heb ik begrepen dat het een persoonlijk verslag van de schrijver is over zijn jeugd in Drenthe, weggestopt in de stoffige, muffe stellages van de plaatselijke Blokker. Dit werd Middendorp niet in dank afgenomen en een rel was geboren. En alle commotie leverde dus wel weer aardig wat publiciteit. Een bijna vicieuze cirkel met als grote winnaar de uitgever? 🙂

Dat eerste gedeelte is dus al heel lezenswaardig. Een fijne, moderne roman, goed geschreven en prettig om te lezen. Met alle elementen om er een afgerond verhaal van te maken. Maar ja, dan …… dan volgt het door David geschreven boek Hij was mijn vader. Ik had vooraf nog even overwogen om met dit deel te beginnen, maar achteraf ben ik blij dat ik de “juiste” volgorde heb aangehouden. Zo knap van Van Wichelen dat je in dat tweede deel toch echt David aan het woord hoort. En wat David te vertellen heeft, maakte enorm veel indruk op mij. De situatie rondom zijn vader, die door een ongeval ernstig verlamd in het ziekenhuis terecht komt en de manier waarop zijn vader, David zelf maar met name zijn diepgelovige moeder en zus hiermee omgaan, is prachtig indringend en persoonlijk beschreven. De eerlijkheid en integriteit waarmee “de schrijver” hierover schrijft, doen bijna vergeten dat deze schrijver diezelfde Sores is die na een diepe persoonlijke crisis nu weer langzaam maar zeker probeert iets van zijn leven te maken.

Ik vond het bijna niet voor te stellen dat deze twee boeken van dezelfde schrijver zijn. De boeken zijn innig met elkaar verweven en tegelijkertijd twee afzonderlijke leeservaringen die ook zonder elkaar een bestaansrecht hebben. En dat maakte mij boos, maar dat is dus wel een prettig soort boosheid. Het maakt dat je gedwongen wordt over een aantal belangrijke levensvragen na te denken. Wat een geweldige leeservaring.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Het volledige schema van de blogtour rond De Barmhartigen luidt:

5 januari: http://perfecteburenleesclub.blogspot.nl

7 januari: www.petepel.nl

9 januari: https://hetkraaienvandehaan.wordpress.com/

12 januari: http://verbeelding.org/

14 januari: http://bibman.blogspot.be

16 januari: http://suzannevdijk.wordpress.com

19 januari: www.hendrik-jandewit.nl

21 januari: https://dobbinga.wordpress.com/

23 januari: http://connieflipse.blogspot.be

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review

De clichés voorbij

Van het een komt het ander, want een balletje kan raar rollen. En als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Clichés. Zo waar als tweemaal twee vier is.

Enige tijd geleden heb ik, heerlijk onderuitgezakt in mijn stoel, op tv een show van cabaretier Klaas van Eerden gezien. Daarin komt een scène voor over een “tussendoor-trui”. Van der Eerden speelt de conversatie na van zijn vrouw in haar beslissings- en beoordelingsproces of ze een trui of een vestje zal gaan aantrekken. Je voelt ‘em al aankomen: hier volgt een prachtig staaltje dooremmeren van vrouwen. En helaas, best herkenbaar 🙂

Via Cathelijne van Not Just Any Book (ja precies, de Cathelijne die ook de drijvende kracht achter Een perfecte dag voor literatuur is, dus “van het een komt het ander”) werd mijn aandacht gevestigd op de roman van Nanda Roep met de bijzondere titel Van familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! Door de titel, de tekst op de achterflap en het plaatje op de voorkant vermoedde ik dat het hier uiteindelijk een feelgoodboek met een twist zou betreffen met een heleboel hilarische clichés. Gedeeltelijk kwam mijn verwachting uit, maar deze roman biedt gelukkig zo veel méér.

De roman is opgebouwd als het relaas van Bianca de Groot (ergens in de veertig) aan haar 18-jarige dochter Anouk. Bianca springt daarbij door de tijd heen en weer, waarbij zelfs een enkele keer een periode van vóór haar eigen geboorte aan bod komt. Het gedrag van Bianca als pubermeisje, jonge studente en vervolgens jonge moeder valt af en toe wel in de categorie van typisch-vrouwengedrag. De manier waarop zij druk uitoefent op bijvoorbeeld Michael, de vader van Anouk, vertoont een parallel met de scène van Van der Eerden: steeds verder, steeds dwingender, geen ruimte biedend aan de ander en vervolgens ontaardend in machteloze ruzie.

Het beeld binnen deze familie wat uit de verhalen naar voren komt, is ronduit schrijnend. Geen enkele samenhang, geen lotsverbondenheid, geen “automatische” liefde door de familieband. Je kunt deze roman oppervlakkig lezen, hier en daar glimlachen om de gebruikte clichés en de mate van herkenbaarheid (in je eigen leven of, comfortabeler, in het leven van vrienden, vriendinnen, familieleden), maar naar mijn mening is de grootste verdienste van deze roman dat het aanzet tot nadenken en zelfreflectie.

Tijdens een opleiding mediation/conflictbemiddeling wordt vaak de methode heden-verleden-toekomst gebruikt. Kortweg: als je nu, in het heden, klem zit in een conflict, kijk dan eens terug naar een periode dat alles nog soepeler ging en denk na over wat er nodig is om in de toekomt weer normaal met elkaar te kunnen omgaan. Nanda Roep laat Bianca een quote van Dr Phil aanhalen: “The best way to predict the future, is to look at the past.” In de familie van Bianca komen we dan al snel tot de conclusie dat zij echt haar eigen leven moet gaan leiden, ongeacht hoe haar familie daarover denkt of daarop reageert. Maar dit is altijd makkelijker gezegd dan gedaan. De schrijfster voert ons op heel natuurlijke wijze langs een aantal voorvallen in het leven van Bianca die uiteindelijk tot een keerpunt leiden. En dat maakt dit boek uiteindelijk ook weer een positief, op de toekomst gericht verhaal, waarbij ik mij als lezer kan voorstellen dat dochter Anouk hier veel aan heeft en zich extra bewust is van de liefde van haar eigen ouders.

Qua jeugd, achtergrond en onderlinge verstandhouding kan ik gelukkig stellen dat die van mij onvergelijkbaar is met die van Bianca. Waar het over haar jeugd gaat en met name de momenten waarop zij zich volledig alleen voelde staan, moest ik wel terugdenken aan beelden uit een eerder door mij gelezen roman, waarbij ook sprake is van een afstandelijke verhouding binnen het gezin. In gedachten herinner ik mij een scène van een meisje met lange vlechten in het haar, zittend op de achterbank van de auto, met haar zusje en ouders op weg voor een dagje strand. Het meisje zat volledig in haar eigen wereld. Misschien sla ik de plank helemaal mis, maar ik meen dat dit afkomstig is uit Moederkruid van Carry Slee (Prometheus), één van haar voor volwassenen geschreven boeken. In deze roman komen ook nadrukkelijk de onderlinge spanningen in een gezin “in crisistijd” naar voren. De broeierige sfeer in dit gezin met alle nukken van moeder en de  strapatsen van vader blijven nog lang nazingen in je hoofd.

Ik houd van boeken die niet alleen maar een verhaal bieden, maar juist ook stof tot nadenken. Dit geldt voor beide in deze blogpost genoemde boeken. Voor het kunnen lezen van Van familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook! gaat mijn dank uiteraard uit naar Not Just Any Book en Uitgeverij Nanda voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

PS Via deze link kun je de scène over de trui terugkijken.

Heb ik jou beledigd, met mijn generalisering van het gedrag van vrouwen? Dan raad ik jóu extra aan om het boek van Nanda Roep en boeken met een vergelijkbaar thema te lezen en er over na te denken. Ik ben van mening dat er nu eenmaal verschillen tussen mannen en vrouwen zijn. Daar is niets mee, mits wij ons ervan bewust zijn en daardoor met elkaar rekening houden om een evenwichtige samenleving te vormen. En daar hoort af en toe hard om jezelf kunnen lachen volgens mij zeker bij.

2 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Met de Franse slag

“Comment allez-vous?” “Il fait froid” “Je voudrais une tasse de café, s’il vous plaît”. Dit soort zinnetjes gaat mij prima af. Een gesprek in het  Frans hoort ook nog tot de mogelijkheden, maar dan bij voorkeur wel over alledaagse simpele (vakantie)zaken. Het lezen van een Frans boek lukt ook nog, maar het tempo is zo veel lager dan in het Nederlands. En dat maakt dat ik toch gauw naar een vertaling grijp. Soms heb ik dan nog het mooie voornemen om daarná het boek ook nog in de oorspronkelijke taal te lezen, maar ik sus mijzelf dan in slaap met de gedachte dat die boeken niet altijd makkelijk via de openbare bibliotheek te verkrijgen zijn 🙂

Hoe het ook zij, ook in een vertaling kunnen Franse boeken diepe indruk maken. In deze blogpost een drietal romans van Franse bodem, door mij gelezen in een kwalitatief goede Nederlandse vertaling.

Onlangs heb ik Niets weerstaat de nacht gelezen, geschreven door Delphine de Vigan (De Geus). Dit boek stond al enige tijd op mijn wensenlijstje. Het boek gaat over een journaliste die haar moeder overleden aantreft en dan haar herinnering aan het levensverhaal van haar moeder in boekvorm wenst neer te leggen. Wat ik mij niet had gerealiseerd, is dat dit het werkelijke verhaal van de schrijfster is. Hoewel er meteen een vraagteken bij “werkelijke” gezet kan worden, want in het boek komt regelmatig naar voren dat de schrijfster hoopt door haar zoektocht in het verleden van haar familie uiteindelijk dé waarheid te vinden. Al doende komt zij zelf al tot de verzuchting dat uit het ordenen van alle informatie op zich al weer fictie te voorschijn komt.

De Vigan schrijft in drie delen over de jeugd van haar moeder, Lucile, binnen het grote, enigszins bohemienne gezin, haar leven als volwassene met alle extreme ups-and-downs die Lucile doormaakt en vervolgens nog als grootmoeder van de kinderen van de schrijfster en haar zus. De schrijfster neemt je aan de hand mee. Achteraf is het knap dat je als lezer in het eerste gedeelte uit de manier van schrijven nog niet kan opmaken welk groot (werkelijk of fictief) gebeuren er in de familie rondom (groot)vader Georges heeft plaatsgevonden. Je hebt bijna het gevoel dat de schrijfster er zelf ook pas tijdens het schrijven van het boek achterkomt.

Het is inhoudelijk een rauw boek om te lezen. Het maakt ook weer eens duidelijk hoe weinig je echt van een ander mens kan weten en kan begrijpen. En hoe een familiesysteem (in deze familie als grootste kenmerk: zwijgen) generaties lang invloed kan hebben.

Door de foto op de voorkant van Niets weerstaat de nacht had ik zelf vooraf een associatie met een roman die ik jaren geleden heb gelezen: De afspraak van Justine Lévy (Prometheus). In die roman gaat het over het relaas van een meisje, wachtend in een café op haar moeder, over die moeder en haar eigen jeugd. Stilistisch prachtig. De 18-jarige Louise heeft een afspraak met haar bijzondere, extreme moeder. In de uren dat zij afwacht of haar moeder komt opdagen, gaat zij in gedachten haar leven langs met alle ervaringen die zij met, via en door haar moeder maar ook door het wonen bij haar vader heeft meegemaakt. Een klein boekje qua omvang, maar qua manier van schrijven en qua inhoud erg mooi.

Het derde boek van Franse bodem dat ik wil aanstippen heeft ook een vrouw als hoofdpersoon. In Refrein van de honger van J.M.G. le Clézio (De Geus) volgen we Ethel. De roman begint in haar jeugd, als zij aan de hand van meneer Soliman het “paarse huis”-in ontwikkeling gaat bekijken. Daarna volgen de gesprekken in de salon van haar ouders, waarbij Ethel wel veel opvangt maar niet zelf aan deelneemt, de effecten van de oorlog op het gezinsleven en de gevolgen van de handelspraktijken van Alexandre, de vader van Ethel. En zo wordt Ethel ouder, aan de ene kant langzaam maar zeker, aan de andere kant zeker níet langzaam door alle ervaringen en omstandigheden. In tegenstelling tot een Amerikaanse feelgoodfilm getuigt deze roman van werkelijkheidszin: niet alles komt goed en zeker ook niet met iedereen. Hoewel een groot deel van het boek zich afspeelt in de oorlogsjaren, is het zeker geen oorlogsboek geworden. Ik vraag mij zelfs af hoeveel Ethel nu eigenlijk van de oorlog en de daarin gebezigde ideologieën heeft meegekregen. Het gebruikte woordgebruik en de stijl van het boek is afstandelijk en dat maakt juist dat het een heel indringend en aangrijpend verhaal is.

Heb jij een speciaal boek van Franse bodem waarvan jij erg hebt genoten? Of heb jij juist een ander land als inspiratiebron ervaren? Laat het mij graag weten onder deze blogpost of via mijn Facebookpagina Theonlymrsjo. Reacties zijn altijd welkom.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

4 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Als een boek heel dichtbij komt

Ik zou deze blogpost het liefste beginnen met een krachtterm. Want dat was het eerste wat in mij opkwam nadat ik was begonnen in Een weeffout in onze sterren van John Green (Uitgeverij Lemniscaat). Het eerste hoofdstuk voerde mij 6 jaar terug, naar het moment dat mijn dochter op 15-jarige leeftijd de diagnose (kwaadaardige) schildklierkanker kreeg. Er volgde een extreem spannende en emotionele periode, waarbij ik mij als (stief)ouder ongelooflijk onmachtig voelde. Gelukkig was bij haar de schildklierkanker goed te bestrijden en hoewel zij levenslang afhankelijk is van medicijnen om de werking van de schildklier over te nemen, gaan wij binnenkort uitgebreid vieren dat zij 5 jaar schoon is. Inmiddels functioneert zij uitstekend en studeert en feest zij als ieder andere 21-jarige jonge vrouw.

Maar met deze eigen ervaring was het begin van deze roman wel even slikken. En om Hazel, de 16-jarige hoofdpersoon, dan maar meteen zelf aan het woord te laten:

“Er is maar één ding erger dan doodgaan aan kanker als je zestien bent, en dat is een kind hebben dat doodgaat aan kanker.” (p.10-11).

Bij Hazel loopt het allemaal niet zo soepeltjes. Bij haar zijn uitzaaiingen geconstateerd van een dergelijke aard en aantal dat van genezing geen sprake meer is. Door een nieuw medicijn is de kanker wel (voorlopig) tot stilstand gebracht en daardoor kunnen we toch met Hazel meeliften in haar belevenissen. En haar belevenissen worden op een geweldige wijze beschreven door John Green. Hij heeft een perfecte balans gevonden tussen de zwaarmoedigheid en uitzichtloosheid van ernstig ziek zijn, zowel voor de persoon zelf als voor zijn/haar naaste omgeving, en de puberhumor die Hazel weet te delen met Augustus (Gus) en Isaac.

Het is overigens voor een boekenblogger best lastig om iets over een boek te schrijven zónder te veel inhoudelijke informatie weg te geven 🙂 . Ik beperk mij daarom tot twee elementen in deze roman, waarbij de hoofdlijn is dat Hazel via een Praatgroep in contact komt met Augustus. Hij is een paar jaar ouder en lijkt genezen van zijn kanker. Er ontstaat een bijzondere relatie tussen hen beiden, waarbij Isaac als hun gemeenschappelijke vriend soms een stoorzender en soms een katalysator is. Hazel staat niet te trappelen om een relatie met Gus aan te gaan. Haar reden (die ik hier niet ga verklappen) hiervoor maakte mij als lezer stil. Het nadenken door Hazel over haar situatie en over de toekomst, met name de toekomst van degenen die zij gaat achterlaten, was voor mij een indrukwekkend element in deze roman. Het andere, daarmee samenhangende, aspect wat ik wil aanstippen is de relatie tussen Hazel en haar moeder. Haar moeder spoort haar aan tot activiteit, staat altijd voor haar klaar en heeft haar hele leven ingericht naar de behoeften van haar zieke dochter. Maar hoe moet dat dan later? Hoe moet dat dan als het onvermijdelijke overlijden van Hazel plaatsvindt? Is de moeder hier nu al wel of niet mee bezig? En hoe moet je hier als moeder en dochter over communiceren?

De feitelijke, soms harde manier waarop de hoofdpersonen over hun ziekte en situatie praten deed mij denken aan het eveneens indrukwekkende boek Meisje met negen pruiken van Sophie van der Stap (Prometheus). Het indrukwekkende zit hier niet zozeer in de schrijfstijl of mooie zinsconstructies, maar in het verhaal zelf. Sophie van der Stap heeft haar ervaringen met kanker, doodziek zijn en er weer bovenop komen beschreven. Afhankelijk van haar lichamelijke of geestelijke toestand maakte zij gebruik van diverse personages, waarbij zij letterlijk die andere persoon werd door een pruik op haar (kale) hoofd te zetten.

En dat “er bovenop komen” is het waard om af en toe over na te denken. Als gezond mens kun je oprecht blij zijn voor een mede-mens die een ernstige ziekte heeft overwonnen. En dan gaat het gewone leven weer door. Althans voor de gezonde mens. De niet-meer-zieke kan nog heel lang en heel vaak de twijfels voelen of de gezondheid wel voortduurt, of een lichte verkoudheid niet een voorbode is voor een terugval etc. etc. De vanzelfsprekendheid van het leven is voorgoed weg. Ik hoop voor een ieder die in zo’n situatie zit, dat elke dag voldoende beloning is voor het voortdurend bestrijden van die twijfels.

Een weeffout in onze sterren is echt een boek dat je gelezen “moet” hebben. En vooruit, voor deze keer dan: jullie weten dat ik niet echt geïnteresseerd ben in boekverfilmingen. Maar als je werkelijk geen tijd of geen gelegenheid hebt om dit boek te lezen, ga dan vooral binnenkort naar de bioscoop.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

nullOverigens is er op 29 juni j.j. uitgebreid aandacht besteed aan deze roman bij Leestweeps. Bij Leestweeps praten lezers via Twitter op een vastgestelde datum over een vooraf gekozen boek. Neem ook eens een kijkje op hun website.

Mijn dank jegens uitgeverij Lemniscaat voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar is heel groot.

11 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Nachtvlinder

Mijn hele leven ben ik al een rare lezer. Ik lees vrij regelmatig en van alles en nog wat. Jaren later weet ik moeiteloos wat mijn (gevoelsmatige) oordeel over een boek was, maar zelden weet ik nog wat de verhaallijn was! En dat maakt dat ik regelmatig tijdens het lezen van een boek het idee heb dat het mij doet denken aan een eerder gelezen werk, maar zeker weten of mijn associatie klopt, is er niet bij. Nu heb ik daar zelf niet zo veel problemen mee, maar deze eigenschap is bij het bloggen af en toe wel lastig.

Want als ik schrijf dat ik tijdens het lezen van De drie levens van Tomomi Ishikawa moest denken aan “De komst van Joachim Stiller” van Hupert Lampo en aan “Als op een winternacht een reiziger” van Italo Calvino, dan voelt dat voor mij heel logisch, maar voor jullie misschien niet. Dus heb ik de keuze om een associatie alleen maar te noemen als ik helemaal zeker ben van mijn zaak, of ik kan mij van de eventuele onjuistheid niets aantrekken. En (uiteraard) kies ik voor het laatste, want ook als ik er een beetje naast zit, breng ik je misschien toch op ideeën voor het lezen van de genoemde boeken 🙂

 In De komst van Joachim Stiller speelt het magisch realisme een belangrijke rol en leiden alle gebeurtenissen naar die ene persoon. Als op een winternacht een reiziger heb ik jaren geleden gelezen en wat mij vooral is bijgebleven, is de wonderlijke interactie tussen de verschillende verhaallijnen. Een jogger die langs een huis rent waar hij een telefoon hoort rinkelen, zich niet kan bedwingen en dus naar binnen rent en ….. ja, dat telefoontje was voor hem bestemd.

Dat rare, onmogelijke, toevallige samenlopen van ontwikkelingen en gebeurtenissen is zeker ook een rode draad in De drie levens van Tomomi Ishikawa, geschreven door Benjamin Constable (Nieuw Amsterdam uitgevers). Ik las dit boek in het kader van de bloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Ik had het boek al een paar keer voorbij zien komen en was inmiddels wel nieuwsgierig geworden.

Het verhaal is heel kunstig in elkaar gezet. Het bestaat uit drie delen. Het eerste deel vond ik uitermate intrigerend en zeer zeker absurd. In dit deel word je als lezer samen met de hoofdpersoon Ben aan de hand van verhalen en aanwijzingen van de verdwenen Tomomi (met als bijnaam Vlinder) meegevoerd door Parijs. Prachtige omschrijvingen van buurten, beelden en tuinen. Ik ben zelf nog nooit in Parijs geweest, ik kan mij voorstellen dat “plaatselijke bekendheid” tot een nog verdere onderdompeling leidt. Gedurende het tweede deel, dat zich afspeelt in New York, raakte ik een beetje mijn interesse kwijt omdat het inmiddels allemaal wel erg onwaarschijnlijk werd. Schitterend geschreven en diep indrukwekkend daarentegen zijn de verhalen van Tomomi van haar diverse “moorden”. Deze verhalen zetten zeker aan tot verder nadenken.

Het derde deel maakt het boek helemaal af. Maar zo passend als de titel van het boek is, zo veel moeite heb ik met de boekomslag.  Natuurlijk herken ik de symbolen van Parijs en New York en de drie gezichten, maar qua kleurstelling en uitstraling doet het naar mijn mening geen recht aan de zwarte inhoud van dit werk. Want zeker na het lezen van het laatste deel kan ik niet anders concluderen dat het een inktzwarte inhoud heeft. Prachtig verpakt in feitelijke beschrijvingen, eigentijdse zaken en persoonlijke relaties, maar loodzwaar. En dat maakt voor mij dit boek in zijn totaliteit de moeite zeker waard. De Engelse editie heeft naar mijn mening een cover die veel beter past: zwart-vlinder-tien voor half vier. Dat laatste element snap je alleen als je het boek leest. En ik raad je aan dit boek te lezen.

Ik weet nog niet zeker of ik het boek en de bedoeling van de schrijver helemaal heb begrepen. En uiteindelijk is het ook helemaal niet belangrijk of de verhalen kloppen en “waarheidsgetrouw” zijn (je zou bijna vergeten dat dit een fictieboek is). Net zoals met mijn associaties met eerder gelezen boeken gaat het namelijk om de totale ervaring van het lezen van dit soort boeken. Wat een rijkdom is dat toch.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

En zoals altijd bij deze de link naar de pagina waar andere bloggers van Een perfecte dag voor literatuur hun mening over dit boek geven.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Afwisseling van spijs ………… doet lezen

“Ha ha ha, hij is er weer,

de Sint die doet het keer op keer.

Het was echter weer wat laat

en dus waren niet alle letters meer op voorraad”

Zo begint bij ons al jarenlang het traditionele gedicht bij de voor iedereen klaarliggende chocoladeletter tijdens het Sinterklaasfeest. Omdat we inmiddels dit gedicht volledig uit het hoofd kunnen opzeggen, varieert “de Sint” af en toe toch net een beetje in de vervolgtekst om ons scherp te houden 🙂

Overigens geldt tijdens de Sinterklaasavondviering de regel dat bij elk presentje een gedicht hoort. In deze tijd van het jaar is het dus een gerijm van jewelste. Dat alles leidt tot een bijzonder gezellige familie-avond met veel pret en hilariteit, maar deze vorm van rijmelarij heeft natuurlijk in de verste verte niets te maken met poëzie.

Het lezen van poëzie hoort niet tot mijn gebruikelijke activiteiten. Mijn vader daarentegen, hing zo ongeveer van de gedichten aan elkaar. Hij declameerde op willekeurig welk moment uit zijn hoofd gedichten in het Nederlands, Engels Frans of Duits. Ik heb daar dierbare herinneringen aan, maar zelf weet ik weinig van poëzie. En dat maakt dat ik ook niet goed weet waar ik moet beginnen om daarin verandering aan te brengen.

Ziedaar de toegevoegde waarde van mijn lidmaatschap van de bloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur! Want voor vandaag staat op de planning om in deze blogpost aandacht te besteden aan de nieuwste bundel van Thomas Möhlmann: Waar we wonen (Prometheus).

Als ongeoefende poëzielezer wist ik niet goed wat ik van de deze bundel kon verwachten. Dus ben ik maar gewoon begonnen met lezen. En daarna heb ik het nog een keer gelezen, of eigenlijk: heb ik het hardop voorgelezen aan manlief. Het voorlezen van de gedichten maakte het voor mij duidelijker “waar ik moest ademhalen” en hoe de zinnen in elkaar overlopen en soms juist een overgang betekenen. Het is bijzonder om te merken dat met zo weinig woorden zo veel gezegd, zo veel in beeld gebracht kan worden. Het vereist ook wel enige inspanning om dat beeld voor ogen te krijgen. Bij het ene gedicht gaat dat makkelijker dan bij het andere. De bundel bestaat uit een serie gedichten, die met elkaar samenhangen maar ook los van elkaar gelezen kunnen worden.

Hoewel het niet mijn gewoonte is om in mijn blogartikel een quote uit een gelezen boek/bundel op te nemen, vind ik het in dit geval bijna niet te vermijden om in ieder geval één gedicht aan te halen. Ik kies hier bewust voor een toegankelijke omdat ik graag wil laten zien dat poëzie niet “eng” (want onbekend en anders) hoeft te zijn. Het gaat om Uiteindelijk:

Uiteindelijk schiet je er niet veel mee op

sterven voor je dertigste, ook niet

als je wonderlijk mooie gedichten schrijft

ook die schieten er niet veel mee op

je kunt net zo goed nog even blijven

wie weet nog een paar keer op goed geluk

de juiste woorden precies op de juiste plek leggen

uit ieder buitenland een ander speelgoed mee

naar huis, je zoon zelf nog de pyjamabroek

weer om de billen trekken na de laatste plas

voor het slapengaan, de eerste zijn die hem

buiten een splinter uit zijn vinger trekt, de eerste

om hem te vertellen dat hij een zusje krijgt, ook

haar lang genoeg tegen alle dokters en haaien

van de wereld beschermen, ze allebei oud en sterk

genoeg laten worden om je later samen te begraven.

In mijn plaatselijke openbare bibliotheek kwam ik een boekje tegen met de intrigerende titel “Ze vraagt: is dit je kamer”. In korte en soms zelfs ultrakorte verhalen schetst Harm Hendrik Ten Napel een beeld van zijn wereld. Hij doet dat op een bijna abstracte wijze, waarbij de verteller af en toe een herkenbare, (laat-) puberale manier van reageren heeft. Een wonderlijke combinatie van levenslust en worsteling met de zwaarte van ons bestaan.  Als voorbeeld voor de beeldende manier van schrijven haal ik hier het verhaal Allernaaktst aan:

“Hij was het allernaaktst toen hij in zijn eigen boxers maar in een vreemde keuken ontdekte dat twee blauwe kattenogen niet stopten met staren.”

Door zijn woordgebruik en zinswendingen lijken zijn verhalen voor mij ook bijna poëzie! En ook hier is het bewust lezen een pré. Lees je te snel, dan loop je vast in de zinnen en ontgaat je de bedoeling. Het was voor mij nieuw om te ontdekken dat poëzie en verhalen zo dicht tegen elkaar aan kunnen liggen. Dat maakt de brug naar poëzie duidelijker en minder “eng”. Het zou dus zo maar eens kunnen dat ik vaker gedichten (en korte verhalen) ga lezen. De verhalenbundel is overigens uitgegeven bij Lemniscaat.

Al met al dus nieuwe verfrissende ontdekkingen. Voor mij in ieder geval en ik zou het fantastisch vinden als je je door deze blogpost aangemoedigd voelt om ook eens buiten je eigen comfortzone te treden! De bundels van Möhlmann en Ten Napel kunnen daarbij een prima springplank zijn.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Als je nieuwsgierig bent naar wat andere bloggers over de gedichtenbundel van Möhlmann schrijven, klik dan HIER.

En ja, zowel de gedichtenbundel als de verhalenbundel telt mee voor de Ik-lees-Nederlands-2013-uitdaging!

 

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review