Ik zou deze blogpost het liefste beginnen met een krachtterm. Want dat was het eerste wat in mij opkwam nadat ik was begonnen in Een weeffout in onze sterren van John Green (Uitgeverij Lemniscaat). Het eerste hoofdstuk voerde mij 6 jaar terug, naar het moment dat mijn dochter op 15-jarige leeftijd de diagnose (kwaadaardige) schildklierkanker kreeg. Er volgde een extreem spannende en emotionele periode, waarbij ik mij als (stief)ouder ongelooflijk onmachtig voelde. Gelukkig was bij haar de schildklierkanker goed te bestrijden en hoewel zij levenslang afhankelijk is van medicijnen om de werking van de schildklier over te nemen, gaan wij binnenkort uitgebreid vieren dat zij 5 jaar schoon is. Inmiddels functioneert zij uitstekend en studeert en feest zij als ieder andere 21-jarige jonge vrouw.
Maar met deze eigen ervaring was het begin van deze roman wel even slikken. En om Hazel, de 16-jarige hoofdpersoon, dan maar meteen zelf aan het woord te laten:
“Er is maar één ding erger dan doodgaan aan kanker als je zestien bent, en dat is een kind hebben dat doodgaat aan kanker.” (p.10-11).
Bij Hazel loopt het allemaal niet zo soepeltjes. Bij haar zijn uitzaaiingen geconstateerd van een dergelijke aard en aantal dat van genezing geen sprake meer is. Door een nieuw medicijn is de kanker wel (voorlopig) tot stilstand gebracht en daardoor kunnen we toch met Hazel meeliften in haar belevenissen. En haar belevenissen worden op een geweldige wijze beschreven door John Green. Hij heeft een perfecte balans gevonden tussen de zwaarmoedigheid en uitzichtloosheid van ernstig ziek zijn, zowel voor de persoon zelf als voor zijn/haar naaste omgeving, en de puberhumor die Hazel weet te delen met Augustus (Gus) en Isaac.
Het is overigens voor een boekenblogger best lastig om iets over een boek te schrijven zónder te veel inhoudelijke informatie weg te geven 🙂 . Ik beperk mij daarom tot twee elementen in deze roman, waarbij de hoofdlijn is dat Hazel via een Praatgroep in contact komt met Augustus. Hij is een paar jaar ouder en lijkt genezen van zijn kanker. Er ontstaat een bijzondere relatie tussen hen beiden, waarbij Isaac als hun gemeenschappelijke vriend soms een stoorzender en soms een katalysator is. Hazel staat niet te trappelen om een relatie met Gus aan te gaan. Haar reden (die ik hier niet ga verklappen) hiervoor maakte mij als lezer stil. Het nadenken door Hazel over haar situatie en over de toekomst, met name de toekomst van degenen die zij gaat achterlaten, was voor mij een indrukwekkend element in deze roman. Het andere, daarmee samenhangende, aspect wat ik wil aanstippen is de relatie tussen Hazel en haar moeder. Haar moeder spoort haar aan tot activiteit, staat altijd voor haar klaar en heeft haar hele leven ingericht naar de behoeften van haar zieke dochter. Maar hoe moet dat dan later? Hoe moet dat dan als het onvermijdelijke overlijden van Hazel plaatsvindt? Is de moeder hier nu al wel of niet mee bezig? En hoe moet je hier als moeder en dochter over communiceren?
De feitelijke, soms harde manier waarop de hoofdpersonen over hun ziekte en situatie praten deed mij denken aan het eveneens indrukwekkende boek Meisje met negen pruiken van Sophie van der Stap (Prometheus). Het indrukwekkende zit hier niet zozeer in de schrijfstijl of mooie zinsconstructies, maar in het verhaal zelf. Sophie van der Stap heeft haar ervaringen met kanker, doodziek zijn en er weer bovenop komen beschreven. Afhankelijk van haar lichamelijke of geestelijke toestand maakte zij gebruik van diverse personages, waarbij zij letterlijk die andere persoon werd door een pruik op haar (kale) hoofd te zetten.
En dat “er bovenop komen” is het waard om af en toe over na te denken. Als gezond mens kun je oprecht blij zijn voor een mede-mens die een ernstige ziekte heeft overwonnen. En dan gaat het gewone leven weer door. Althans voor de gezonde mens. De niet-meer-zieke kan nog heel lang en heel vaak de twijfels voelen of de gezondheid wel voortduurt, of een lichte verkoudheid niet een voorbode is voor een terugval etc. etc. De vanzelfsprekendheid van het leven is voorgoed weg. Ik hoop voor een ieder die in zo’n situatie zit, dat elke dag voldoende beloning is voor het voortdurend bestrijden van die twijfels.
Een weeffout in onze sterren is echt een boek dat je gelezen “moet” hebben. En vooruit, voor deze keer dan: jullie weten dat ik niet echt geïnteresseerd ben in boekverfilmingen. Maar als je werkelijk geen tijd of geen gelegenheid hebt om dit boek te lezen, ga dan vooral binnenkort naar de bioscoop.
Veel leesplezier!
theonlymrsjo
Overigens is er op 29 juni j.j. uitgebreid aandacht besteed aan deze roman bij Leestweeps. Bij Leestweeps praten lezers via Twitter op een vastgestelde datum over een vooraf gekozen boek. Neem ook eens een kijkje op hun website.
Mijn dank jegens uitgeverij Lemniscaat voor het beschikbaar stellen van een recensie-exemplaar is heel groot.