Tagarchief: meulenhoff

Exotische vlinder of Muurbloempje?

Middelbare school + 5e klas = werkweek. En omdat ik op een relatief kleine school zat, was er geen sprake van een keuze voor de bestemming, maar werd die week sinds jaar en dag doorgebracht in Berlijn. Eerste helft jaren tachtig betekende dit het Berlijn “met Muur”. Mijn broer heeft dat alles mogen meemaken. Vol met verhalen, enthousiast en verbijsterd tegelijk, kwam hij na die week weer thuis. Helaas besloot mijn vader, twee jaar later, dat het voor mij (kleine lichamelijke handicap, daardoor destijds niet zo stevig ter been) niet verstandig was mee te gaan op werkweek. En hoe rationeel begrijpelijk ook, het voelt toch nog wel steeds als een gemiste kans.

Natuurlijk kan ik nu alsnog naar Berlijn, maar het huidige Berlijn zal anders zijn dan het ommuurde Berlijn van toen. Dat was voor Xavier Hackel al merkbaar, als hij een paar jaar na de val van de Muur weer naar Berlijn (en vervolgens naar Oost-Pruisen – Polen) gaat. Xavier is de hoofdpersoon uit de roman De schreeuw van de vlinder van Jan Herman Brinks (Brainbooks – Uitgeverij de Brouwerij).

Xavier Hackel is een jonge promovendus die in 1988 voor zijn universitaire onderzoek naar Berlijn gaat. Oost-Berlijn wel te verstaan. Hij wil onderzoeken wat de achterliggende motivatie is om een standbeeld van Frederik de Grote weer in ere te herstellen. Xavier ziet hierin een aanwijzing voor een mogelijke hereniging van de twee Duitslanden. Zijn omgeving is daar nog lang niet van overtuigd en in Oost-Berlijn worden zijn bewegingen dan ook nauwlettend in de gaten gehouden. Gaat hij als Westerling problemen veroorzaken? Is hij een communist, een marxist? De grote vraag is alleen: wie houdt hem precies in de gaten? Langzaam maar zeker sijpelt het wantrouwen in alles en iedereen bij Xavier naar binnen, ook in de relatie die hij vol overgave aangaat met de Oost-Duitse reisleidster Ilse. Dit wantrouwen, met een totaal ontredderd gevoel als gevolg, deed mij terugdenken aan de roman van Maartje Laterveer met de titel De mooiste kleur die niet bestaat (Meulenhoff). In die roman draait het primair om Julia die uit Oost-Berlijn weet te vluchten maar daarbij haar moeder en haar partner achterlaat. Later, na de de val van de Muur, gaat zij als journaliste terug en ontmoet haar grote liefde opnieuw. Zij wisselen hun verhalen uit, maar wie kan nu nog precies achterhalen hoe alles gelopen is. Wie heeft wie geholpen of juist verraden? Welk verhaal is juist en is “juist” niet een begrip bij uitstek dat door omstandigheden wordt ingekleurd?  Beklemmend, verwarrend, verontrustend.

Naast het thema naoorlogs Duitsland en de Muur valt De schreeuw van de vlinder op door de schrijfstijl en het taalgebruik van Brinks. Het is geen roman die je even snel weg leest, elke zin heeft zijn plek en zijn betekenis in het geheel. Brinks schuwt het gebruik van “moeilijke” (in de zin van niet-alledaagse) woorden niet en ook zijn zinsconstructies zie jij tegenwoordig niet vaak meer. Persoonlijk vind ik het wel prettig om zo nu en dan weer eens een boek te lezen waar je een beetje moeite voor moet doen. Na een schitterend en veelbelovend begin had ik even moeite om de aandacht er bij te houden. Maar met elke zin, met elke gebeurtenis werd dat steeds makkelijker. De grote mate van (historische) details verraadt de achtergrond van de schrijver als historicus en journalist. Het is ook wel bijzonder om bij stil te staan dat deze roman in 2013 is geschreven (althans in dat jaar uitgegeven), maar het verhaal zich in 1988 en een paar jaar daarna afspeelt.

Ilse noemt hem een vlinder, een exotische vlinder. Zij geeft hem een porseleinen vlinder en dat aandenken is voor Xavier gedurende een aantal jaren het tastbare bewijs van haar bestaan en hun gemeenschappelijke ervaringen. In de beleving van Ilse fladdert hij als een vlinder heen en weer tussen Oost en West, tussen persoonlijke, licht moralistische opvattingen en maatschappelijk verantwoorde stellingen. Xavier is geobsedeerd door de grens tussen Oost en West, zowel de fysieke in de vorm van de Muur als ook de psychische grens door het verschil in levens en opvattingen. Voor communisten is geschiedenis vooral politiek en dat blijkt dan ook uit hun gedrag en ideeën. Ook in zijn eigen familie zijn er muren opgeworpen. Het verleden van zijn grootouders en zijn eigen ouders drukt nog zwaar op het eigen leven van Xavier en beïnvloedt zijn toekomstvisie. Het beslechten van die muren kost trouwens minstens net zo veel moeite als het beslechten van de Berlijnse Muur.

Bij zijn aankomst in Berlijn ziet Xavier een prachtig huis in Jugendstil-stijl staan. Of dit huis er werkelijk staat, blijft de vraag. Het is misschien meer een materialisatie van de beschrijving van het huis van zijn grootouders. Dat huis staat echter in Oost-Pruisen en daar komt Xavier pas enige jaren na de val van de Muur terecht. Het huis heeft een soort boodschap voor hem. Dit deed mij terugdenken aan De schaduw van de wind van Carlos Ruis Zafón (Signatuur – A.W. Bruna). In mijn herinnering is daar ook een huis dat een bepaalde sfeer uitstraalt en een boodschap of waarschuwing wil laten uitgaan.

Ik heb niet de illusie dat ik de (diepere) bedoeling van Brinks helemaal heb ontdekt. Zeker wat het slot betreft heb ik daar mijn eigen invulling aan gegeven. En dat is misschien ook precies wat de schrijver ons toestaat. Geschiedenis is geen statisch, concreet gegeven en geschiedenis is niet alleen maar het verleden. Ook in het hier en nu is de invloed van “toen” voelbaar. Het maakt dat je af en toe ook met een meer afstandelijke blik naar het heden gaat kijken. En dat is zowel beangstigend als geruststellend. Al met al een bijzondere leeservaring.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Uitgeverij De Brouwerij maakte het voor mij mogelijk om De schreeuw van de vlinder te lezen, waarvoor mijn hartelijke dank.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

“Je gaat toch wel lief over me schrijven?”

Het is alweer ruim een jaar geleden dat ik naar het Boekenbloggersevent van Uitgeverij Meulenhoff ben geweest. Eén van de onderdelen op die dag was een workshop “recensie schrijven”, gegeven door Marieke Groen. Zij schudde de groep wakker met de opmerking dat “elke blogger schrijft om gelezen te worden”. Het vaak naar voren geschoven argument dat je het vooral voor jezelf doet, verwees zij onverbiddelijk naar de prullenbak. Vrije quote: “als je alleen voor jezelf schrijft, hou het dan bij een dagboek en leg dat ver weg in een la”.

Ik moest hier de afgelopen tijd regelmatig aan terugdenken. Want wij, de boekenbloggers van Een perfecte dag voor literatuur, zouden vandaag een bepaalde uitgave bespreken. Inderdaad zouden, want de auteur heeft aan Cathelijne, onze organisator, gevraagd door onze club geen aandacht te laten besteden aan de publicatie. Onbegrijpelijk, toch, als je auteur bent?! Dat was mijn eerste reactie. Mijn tweede reactie is (uiteraard)  iets genuanceerder: waarom ziet deze auteur zo op tegen een publiciteitsbommetje via Een perfecte dag voor literatuur? Nog iets algemener gesteld: welk imago hebben boekenbloggers en dan met name bloggers die in groepsverband of in een blogtour over een bepaald boek, verhalenbundel, gedichten of anderszins schrijven?

Ik lees graag en ik blog graag over wat boeken met mij doen. Een perfecte dag voor literatuur is een geweldige stimulans om allerlei romans van een kwalitatief hoog niveau te lezen.Voor mijzelf heb ik ontdekt dat over een leeservaring schrijven een extra dimensie aan het geheel toevoegt. Het valt zeker niet altijd mee om een mening te verwoorden, een mening die ook enige dagen/weken/maanden later nog stand houdt. Dat alles maakt dat ik mijn boekenblog, hoewel een hobby, serieus aanpak en mij inspan om een zo eerlijk en reëel mogelijke blogpost te schrijven. Daarbij is mijn eigen persoonlijkheid natuurlijk een niet te verwaarlozen ingrediënt 🙂 : ik houd van afwisseling, van associëren, van nadenken.

Genoeg over mij. Hoe zit het nu met boekenbloggers in het algemeen? Zijn er te veel promotionele acties en blogtours waarbij “de gewone lezer” wordt ingeschakeld? Klinkt dit inmiddels dermate commercieel dat “het lijdend voorwerp” er niet meer in gelooft dat aan dergelijke acties vaak serieuze bloggers mee doen? Is het verklaarbaar dat een schrijver of dichter “bang” is voor een mogelijk niet-gefundeerde mening van “zo maar wat lezers”?

Vanwege de door mij zo gewenste afwisseling doe ik regelmatig met acties mee. Ik heb bijvoorbeeld meegedaan met een blogtour rondom de roman De barmhartigen van Koen van Wichelen, de blogpost Sores voor Sores was daarvan het gevolg. En De hoogte van de letters was naar aanleiding van de blogtour over een roman van Joachim Meyerhoff met de krankzinnige titel Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit is geweest. En ik doe ook regelmatig mee met het initiatief (op twitter) Leestweeps en daar wil ik ook nog wel eens een blogpost over schrijven, bijvoorbeeld Wat zou je doen, geïnspireerd door Mijn vader was een NSB’er van Elmer den Braber.

En zelfs als ik dan van mening ben dat een boek als literaire prestatie (wat dat dan ook precies mag zijn) niet tot de top hoort, blijkt vaak dat in dat geval het thema toch voldoende prikkelt om een blogpost te willen schrijven. Mijn oma riep vroeger te pas en te onpas: “stilstand is achteruitgang” en dat geldt ook voor lezen. Door te lezen verruim je je eigen wereld en al lezend meander je langs steeds meer boeken, boeken die voor de eigen ontwikkeling zo belangrijk kunnen zijn.

Misschien gooi ik de knuppel dan nu maar eens in het hoenderhok en roep ik uitgeverijen op om in contact met hun auteurs meer aandacht te besteden aan de boekenbloggerswereld. Natuurlijk zijn er puur commerciële acties, maar vele activiteiten zijn er simpelweg op gericht om een mooi, nieuw product de kans te geven om een plek in ons collectief leesgeheugen te verwerven. Niet omdat het politiek correct is om een bepaald boek op tafel te hebben liggen, maar juist om zo de gelegenheid te bieden aan lezers om kennis te maken met de persoonlijke manier waarop die auteur de wereld om zich heen weet te vangen in woorden.

Er zijn heel veel gepassioneerde boekenbloggers. Misschien ligt de voorkeur van de ene blogger meer bij een spannende roman met een duidelijke verhaallijn en die van een andere blogger weer meer bij stilistische hoogstandjes, mooie sfeerimpressies en dergelijke. De een zal meer aandacht hebben voor korte verhalen, de ander heeft meer ervaring en interesse in gedichten van Nederlandse bodem. De rode draad is dat wij ons allemaal inspannen om onze lezers een goed beeld te geven van wat wij gelezen hebben. Daarmee kunnen onze lezers ook weer de lezers van de auteur worden.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Uit het bovenstaande blijkt dat ik GRAAG wil dat publicaties van mijn hand worden gelezen. Dus ik vind het leuk als jij mij volgt op wordpress, bloglovin’, twitter, goodreads, hebban en/of facebook.

Wat mijn medebloggers vandaag schrijven, lees je hier.

7 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Big Books

Ik geef het ruiterlijk toe: ik ben verslaafd. Ik ben volledig verslaafd aan het tv-programma Voetbal International bij RTL 7. Ik heb eigenlijk niet veel met voetbal, maar ik vind het uitermate fascinerend hoe vier mannen aan één tafel schijnbaar moeiteloos anderhalf uur weten te vullen met voetbalpraat. En dat twee keer per week, week in week uit. Soms verstop ik mij op maandag- en vrijdagavond achter een boek en doe ik alsof ik met iets anders bezig ben, maar manlief weet haarfijn dat ik gewoon meekijk, een heerlijke manier van ontspannen. Ik kan genieten van het vaste trio en van de puurheid van Jan Boskamp, de droge humor van Valentijn Driessen, de extreme uitingen van Hans Kraay jr en de manier van praten en doen van Wim Kieft.

Tja en als het dan over “verslaafd” gaat is het bruggetje naar Wim Kieft snel gemaakt. Enige tijd geleden las ik het boek Kieft, geschreven door Michel van Egmond. In dit boek gaat het niet zo zeer over de voetballer Kieft, maar over de persoon Kieft die in het diepste geheim jarenlang heeft geworsteld en geleden onder een ernstige alcohol- en cocaïneverslaving. Van Egmond verstaat de kunst om het relaas van Kieft over die periode in zijn leven, inclusief de manier waarop hij leerde met zijn verslaving te dealen, zodanig aan het papier toe te vertrouwen dat je voortdurend het gevoel hebt dat Wim Kieft bij je in de woonkamer zit te praten.

Uiteindelijk weet hij weer grip op zijn leven te krijgen via de NA, de Narcotic Anonymous. Dit is een hulpgroep voor verslaafden waarbij gebruik wordt gemaakt van een strak stappenplan (werkboek). Wat ik er van begrijp is dit stappenplan gestoeld op een religieuze c.q. christelijke overtuiging dat er een god of ander “opperwezen” is die ons kan helpen de juiste weg te vinden en op die weg te blijven. Opvallend vind ik dat deze benadering blijkbaar ook werkt bij diegenen die mogelijk helemaal geen eigen religieuze overtuiging hebben. Hoewel ik moeite heb om te snappen dat iemand “zomaar” eens een lijntje coke gaat snuiven, vond ik het bijna aandoenlijk om te lezen hoe Kieft weer vorm en inhoud aan zijn leven probeert te geven, met alle financiële sores die daar bij horen, maar met name ook met alle emoties die samenhangen met het voortdurend kwetsen en afstoten van personen die hem juist heel dierbaar zijn.

Dezelfde verbazing voelde ik opnieuw tijdens het lezen van de roman Tonic  van Ralf Mohren (Meulenhoff). Bij ‘tonic’ denk ik, eerlijk gezegd, meteen aan ‘gin-tonic’, een heerlijk drankje voor zwoele dagen en nachten. Dus als ik een boek tegenkom met de titel Tonic, dan heb je mijn interesse 🙂

In deze roman draait het om Arthur Poolman, een man met een zware alcoholverslaving. In eerste instantie irriteerde hij mij behoorlijk, doordat de schrijver in mijn ogen op een luchtige, stoere manier vormgeeft aan het destructieve optreden van Arthur. Het kwam op mij over alsof de ik-figuur het eerder indrukwekkend dan zorgwekkend vond dat hij steeds meer van alcohol afhankelijk werd. Gaandeweg het verhaal kon hij echter steeds meer op mijn sympathie en fictieve steun rekenen. In zijn proces om te ontdekken wat de verslaving veroorzaakt en wat zijn valkuilen zijn, komen zijn angsten, onzekerheden en twijfels langzaam maar zeker meer boven tafel en werd hij voor mij meer “mens”.

Ook Arthur wordt als hij eenmaal tot zich heeft laten doordringen dat de bodem nu echt bereikt is, aan het werk gezet. Hij krijgt de opdracht om het “Big Book” aan te schaffen, de “alcoholbijbel”, in samenhang met het stappenplan dat bij de AA (Anonieme Alcoholisten) wordt gebruikt. Vergelijkbaar dus met de aanpak bij de NA.

Het stemt tot nadenken dat bij de NA én bij de AA gebruik wordt gemaakt van een “christelijk stappenplan” dat steun biedt ongeacht de eigen achtergrond. Misschien is de vanzelfsprekendheid waarmee het bestaan van een god wordt gepresenteerd, juist een houvast in zo’n turbulente periode?

In beide boeken komt nadrukkelijk naar voren dat een verslaving ongelofelijk veel tijd (en energie) kost. De persoon in kwestie is eigenlijk voortdurend bezig met er voor zorgen dat aan de behoefte kan worden voldaan. De uitdaging voor Arthur Poolman is dan ook om te bedenken hoe hij, eenmaal droog, de ruimte gaat vullen die voorheen werd volgegoten met drank.

Kortom, Kieft en Tonic zijn naar mijn mening bijzondere boeken om minimaal twee redenen. Ten eerste uiteraard het thema: verslaving. De impact die een verslaving op het leven van de verslaafde maar ook op de levens van de mensen in diens omgeving heeft, is immens. Als je niet belast bent met het “verslavings-gen” is het moeilijk voor te stellen dat iemand zichzelf zo in de nesten kan werken met een puur destructieve levenshouding. Het is simpel gezegd een ziekte en genezen is er niet echt bij. Het risico van een terugval blijft voortdurend op de loer liggen.

De tweede reden ligt veel dichter bij mij: de schrijfstijl, de opbouw en het taalgebruik. Bij Van Egmond vind ik het razend knap dat je Wim Kieft echt hoort praten. Bij de roman van Mohren vond ik de structuur van het boek heel verrassend. Er lopen chronologisch gezien enige verhaallijnen door elkaar, met de “feestweek” die uiteindelijk leidt tot de aanmelding bij de crisis opvang, een terugblik hoe Arthur onder invloed van de drank zijn leven probeerde te leven en het proces vanaf de opvang tot nu. De gevoelens van onzekerheid en de persoonlijke onrust die ook na jaren toch nog voortwoekert, kwamen duidelijk bij mij binnen. Ik was vooraf helemaal niet van plan om over Tonic te schrijven, maar ik werd er toch zo door geraakt dat deze blogpost het gevolg is.

Ik ben zeker niet vies van alcohol, maar ik prijs mijzelf gelukkig dat ik weet dat ik geen afhankelijkheid van drank heb. En ik heb het idee dat ik het ook wel zou overleven zonder twee keer per week Voetbal International. Maar dat neemt niet weg dat ik van harte hoop dat de mannen voorlopig met hun praatprogramma “voor mannen” doorgaan!

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Old skool Dystopia

Bij tijd en wijle geniet ik (en met mij zeer veel andere lezers) van boeken in het genre van Hunger Games (geschreven door Suzanne Collins, in Nederlandse vertaling uitgegeven bij Scholastics) en Divergent (Veronica Roth, in Nederlandse vertaling onder het label Van Goor). Van die laatste serie heb ik overigens tot nu toe alleen deel 1 gelezen, maar van de Hunger Games heb ik de volledige trilogie verslonden. In beide series is er sprake van een zogeheten dystopische wereld: de maatschappij is totaal ontwricht door natuurrampen, oorlogen en ongewenst menselijk ingrijpen. Deze (verzonnen) wereld kenmerkt zich door bizarre leefomstandigheden, grote invloed van computers en dergelijke apparatuur, onvoorstelbare omgangsvormen, vaak een absurd totalitair regime en een voortdurend en overheersend gevoel van angst. Vooraf verwachtte ik slechts een paar uur ontspanning, maar gaandeweg werd ik zeker bij Vlammen (deel 2 van de Hunger Games) getroffen door de vergelijking die met onze huidige maatschappij getrokken kon worden. “The show must go on” is een leus die in de wereldpolitiek geen onbekende is. Systemen hangen in weerwil van zichzelf zo met elkaar samen, dat een natuurlijke verandering of evolutie nauwelijks te verwachten is. Slechts met grof en bruut geweld en persoonlijk doorzettingsvermogen kunnen veranderingen c.q. verbeteringen worden doorgevoerd, zo lijkt het.

Bij zulke boeken kun je je regelmatig afvragen hoe een schrijver zo iets extreems kan verzinnen. Na tijdens het lezen volledig in die denkbeeldige wereld ondergedompeld te zijn geweest, slaken wij een zucht van verlichting bij het terugkeren in onze eigen echte wereld. Om de gedachten te verzetten doen we daarna een geschiedenisboek open of een roman als Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd (Uitgeverij De Geus). Om vervolgens te constateren dat een schrijver eigenlijk niet zo veel verbeelding nodig heeft. De werkelijkheid is namelijk vaak veel erger dan wij willen zien en geloven of in ieder geval erger dan wij ons willen en kunnen herinneren. Dat is het beeld en gevoel dat bij mij blijft hangen na het lezen van de genoemde roman. Deze roman is geschreven door het schrijversechtpaar Charles den Tex en Anneloes Timmerije.

Het boek van Den Tex en Timmerije vindt zijn oorsprong in het werkelijke levensverhaal van Lienke Hagers-Buriks en haar Guus. Twee jonge mensen met een leven voor zich in Nederlands-Indië. Guus is een vlieger in hart en nieren, dus als de oorlog in dat deel van de wereld losbarst is het logisch dat hij zijn steentje gaat bijdragen. De twee verhaalslijnen ontwikkelen zich vervolgens los van elkaar, maar tegelijkertijd in diepgevoelde verbondenheid.

Boeken die gebaseerd zijn op waargebeurde verhalen of gebeurtenissen behoren gemiddeld genomen niet tot mijn favoriete genre. Maar dit soort boeken geeft wel vaak veel informatie over een deel van de wereld of een periode in het verleden waarover ik niets of in ieder geval onvoldoende weet. Zo ook deze roman. Natuurlijk weet ik dat de Tweede Wereldoorlog zich niet tot Europa heeft beperkt. Op één tante na heb ik echter geen familie die destijds in de regio van Nederlands-Indië verbleef. Het leven daar en in die periode ken ik alleen uit boeken en verhalen.

Het verhaal van Lienke en Guus druipt van de liefde en toch is dat niet wat voor mij het belangrijkste is wat blijft hangen. Voor mij springt in de verhaallijn van Guus naar voren het element dat informatie belemmert. Hoe meer je weet, hoe voorzichtiger je wordt, want je kunt die informatie niet meer negeren. Bij alles wat je vanaf dat moment doet of zegt, weeg je de belangen van betrokkenen af en voel je de morele druk om verantwoord met de kennis om te gaan. Doodvermoeiend en levensgevaarlijk, de rode draad in de oorlogsjaren van Guus.

In een redelijk afstandelijke schrijfstijl krijgen wij via het leven van Lienke een inkijkje in het dagelijks leven in een Jappenkamp. De steeds verdergaande beperkingen, het strafregime, het monddood maken van alles en iedereen, het opvoeren van onderlinge spanningen. Ik kan mij daar gelukkig weinig bij voorstellen, maar het gevoel van radeloosheid en de op de loer liggende hysterie en gekte proef je in elke zin. Hier moest ik terugdenken aan het inktzwarte boek Nacht van Elie Wiesel (uitgegeven bij Meulenhoff). In dit verslag beschrijft hij zijn jongensjaren net voorafgaand aan de oorlog en de periode in vernietigingskampen die hij vervolgens meemaakt. IJzingwekkend indrukwekkend. Een must-read voor iedereen die het belangrijk vindt om invulling te blijven geven aan het “dit nooit weer”. Mijn persoonlijke desinteresse voor waargebeurde verhalen lost hierbij op in het niets.

Terug naar Guus en Lienke. Eerlijk gezegd ben ik niet erg onder de indruk van de schrijfstijl, opbouw van het verhaal, gebruikte stijlvormen en wat je nog meer als criticaster kunt verzinnen. Ik vermoed overigens dat dit een roman is waarin elke lezer wel iets naar eigen gading kan vinden. Zelf vind ik, ondanks mijn “kritiek”,  de roman van Den Tex en Timmerije een waardevolle aanvulling in mijn lees-leven. Een dergelijke roman helpt om ons algemeen bewustzijn als maatschappij op peil te houden, waardoor wij hopelijk voorkomen ooit in een echte dystopische wereld te moeten leven.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd heb ik mogen lezen in het kader van de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Mijn dank gaat weer uit naar organisator Cathelijne en Uitgeverij De Geus voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Via deze link kom je op de verzamelpagina terecht om te lezen wat mijn medebloggers over deze roman schrijven.

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Losgeslagen

De afgelopen periode had ik door twee boeken weer een duidelijk voorbeeld van (ongepland) parallel lezen, te weten door Kinderen van het ruige land van Auke Hulst (Ambo Anthos, eerder uitgegeven bij Meulenhoff) en De vrouw die de honden eten gaf van Kristien Hemmerechts (De Geus). In beide boeken is iemands achtergrond van enorme betekenis voor het heden. In een al wat oudere blogpost heb ik trouwens beschreven wat ik versta onder het verschijnsel “parallel en/of seriegeschakeld lezen” 🙂 .

Door mijn abonnement op Elly’s Choice mag ik elke maand 10 (!) ebooks downloaden, die dan ook mijn eigendom worden. Dus het moment dat ik één van die boeken lees, mag ik heerlijk helemaal zelf bepalen. In die maandelijkse toevoer zijn er regelmatig boeken waarover ik nog niet gehoord heb. Een voorbeeld daarvan is de roman Kinderen van het ruige land van Auke Hulst. Ik had wel gehoord dat er recent een nieuwe roman van deze schrijver op de markt kwam, dus dat vond ik een mooie aanleiding om dit eerdere boek, dat voor het eerst is uitgegeven in 2012, te lezen. De hoofdpersoon is Kai, die samen met zijn broer Kurt en zijn zusjes Shirley Jane en Deedee opgroeit op het noordelijke platteland van Groningen. En dat opgroeien gaat in een heel bijzondere, vrijgevochten sfeer en omgeving.

De vader van deze kinderen komt onverwachts te overlijden. Kai is op dat moment 8 jaar oud, zusje Deedee is nog een echte baby. Wat er dan volgt is een periode van opgroeien, oeverloos buiten spelen, dingen bouwen, schooieren, fantaseren over de andere sekse en worstelen met eigen identiteit en lichamelijke ontwikkeling. Dit zijn universele thema’s, maar voor lezers van mijn leeftijd (en iets jonger) geeft de plaatsing in de tijd een extra dimensie. Tijdens het lezen kwamen dan ook heel veel herinneringen bij mij naar boven en dat is absoluut een positief aspect. Maar het opgroeien voor deze kinderen gaat niet zonder slag of stoot en verdient zeker niet alleen maar het predicaat positief. Want eigenlijk is er geen sprake van enige opvoeding, enige sturing of structuur in hun leven. Hun moeder leeft volledig in haar eigen wereld en blinkt sinds het overlijden van haar man uit in fysieke en mentale afwezigheid. Zij is volledig losgeslagen en niet in staat tot opvoeden. De kinderen moeten zichzelf zien te redden (wat op een aantal momenten deed denken aan de roman Lord of the flies van William Golding; hoog tijd om dat boek eens te herlezen).

En toch en toch en toch. Ondanks die rare, extreme, vaak irritante en tot wanhoop drijvende manier van doen van moeder, kun je niet anders dan van haar houden. En dat doet Kai dan ook, zielsveel. Zij probeert uit alle macht de pijn van het overlijden van haar man te ontlopen, onder andere door voortdurend in beweging te blijven en de realiteit van alledag op haar eigen manier te vertalen. Ook bij Kai merk je dat hij zijn vader enorm mist. Halverwege de middelbare school kan hij steeds beter zijn gevoelens onder woorden brengen. Hij verzint zelfs een nieuw leven voor zijn vader. Al met al een aangrijpend verhaal. En de vraag is of deze jeugd bij Kai en zijn broer en zussen heeft geleid tot onherstelbare littekens en tot het onvermijdelijk ontsporen van de eigen levens. De indruk die ik kreeg, is dat met alle ups-and-downs dit gezin toch een manier van overleven en herpositioneren in het leven heeft gevonden.

Hoe anders is dat in het boek De vrouw die de honden eten gaf. Deze roman is geïnspireerd door en op het leven van Michelle Martin, de vrouw van Marc Dutroux, samen de twee meest gehate personen in België. De door Kristien Hemmerechts geschreven roman bestaat uit één lange monoloog van Odette. Zij overziet haar leven, haar jeugd, haar relatie met M. en de gebeurtenissen die haar gebracht hebben naar de plek waar zij nu al jaren verblijft: de gevangenis. Hoe “aantrekkelijk” zou dit boek zijn als het NIET was gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen die de wereld hebben geschokt? Ik vond namelijk die link met de werkelijke geschiedenis een extra dimensie toevoegen. Maar het heeft er niet toe geleid dat ik begrip of sympathie voor Odette ging voelen. Zij weigert, bewust of onbewust, verantwoording over eigen daden af te leggen. Steeds weer komt de manier waarop haar moeder met haar is omgegaan naar voren, net zoals de relatie tussen M. en Odette, maar ook de verhoudingen tussen M. en zijn ouders. In alle relaties was behoorlijk wat mis en ontbrak een veilige omgeving om op te groeien tot evenwichtige volwassenen. Odette heeft niet de kracht om te ontwaken uit haar apathie en zij lijkt niet te kunnen of te willen accepteren dat zij afgerekend moet en zal worden op haar eigen daden (of eigenlijk: niet-daden). De inhoud van dit boek is zo walgelijk en maatschappij-ontwrichtend, dat je bijna zou vergeten dat de schrijfster het relaas in een prachtige stijlvorm op papier heeft gezet.

Beide boeken zetten aan tot nadenken en tot een bewustwording dat niets is zoals het van afstand lijkt. Het kan lijken dat een moeder haar kinderen verwaarloost en aan hun lot overlaat, terwijl er binnen dat gezin juist een liefdevolle sfeer bestaat. En een vrouw met een relatie en een paar kinderen kan overkomen als normaal functionerend, terwijl zij mentaal volledig ontspoord is. Daarom blijft het verstandig niet te snel een oordeel over een situatie klaar te hebben.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

2 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Sleutel tot het heden

Weet jij wat een sleutelroman is? Kortweg is een sleutelroman een roman waarin de schrijver weliswaar fictieve personen laat optreden, maar waarin een “goed verstaander” een aantal werkelijk bestaande personen kan herkennen en werkelijke gebeurtenissen. Zo’n effect had de roman De grote goede dingen van Alma Mathijsen (De Bezige Bij) op mij. Het lezen was dan ook zowel een verrassende als een verbijsterende ervaring.

In deze roman draait het om de achttienjarige Mila. Haar vader, Just Rademaker, is op jonge leeftijd overleden, toen Mila 9 jaar oud was. Hij was een begenadigd violist, voorman van een groepje musicerende “vrienden” in de roerige jaren zeventig en iemand met een uitgesproken mening, wars van maatschappelijke opvattingen en verwachtingen. Oftewel de ideale vader, toch? Dat hij daarnaast permanent dronken was door liederlijk drankgebruik en twee en een half pakje sigaretten per dag rookte, tja, dat draagt alleen maar bij aan die idealisering.

Bij het lezen over Just drong zich meteen de herinnering aan een oom van mij op. Hij was absoluut één van mijn favoriete familieleden, maar zoals in elke familie is er in die van mij ook wel het een en ander voorgevallen, waardoor ik zeker de laatste jaren van zijn leven geen contact meer met hem had. Achteraf zó jammer, maar vanuit de burcht van mijn toenmalige thuissituatie was dat contact niet goed mogelijk. Deze oom was in mijn ogen briljant. Hij had een uitstekend stel hersens, hij had een charismatische flux de bouche over zich, die door zijn overmatig drankgebruik nog eens werd versterkt. Mijn oom speelde zeer verdienstelijk piano (en waarschijnlijk, net als Just en zijn vrienden, ook viool). Hij kon eigenlijk alles bereiken wat er te bereiken viel, maar dat is altijd makkelijker gezegd dan gedaan. Daarvoor is een bepaalde maatschappelijke “drive” nodig en dat streek hem tegen de haren. Althans, dat is het verhaal dat ik er zelf van heb gemaakt. Ik heb hem en zijn levenswijze misschien enigszins mooier onthouden dan het daadwerkelijk was. Ik vraag mij regelmatig af wat er van mijn herinneringen zou overblijven als ik gedwongen zou worden om zijn leven op feiten, gebeurtenissen en keuzes te onderzoeken. Zou ik dan nog op dezelfde, allesomvattende manier van hem houden?

Ik vermoed dat iedereen wel eens iets of iemand idealiseert. In eerste instantie gebeurt dat wellicht onbewust, maar vaak komt er een moment waarop wij ons realiseren wat we aan het doen zijn. En dan? Hoe moet het vanaf dat moment verder?

Dat is eigenlijk ook de vraag waarmee Mila wordt geconfronteerd. Was haar vader wel zo geweldig? Was hij geliefd bij zijn “vrienden”? Wat trok hij zich eigenlijk aan van zijn vrouw en dochter? En hoe kon en kan Mila omgaan met het gemis van deze vader in haar leven? Samen met Don, één van die muziekvrienden van Just, trekt zij door Nederland, Duitsland en Israël om steeds meer over haar vader te weten te komen. Tijdens deze reis (voortgedreven door de zoektocht naar een violofoon) ontmoet zij de overige leden van het orkest van haar vader, waarbij zij ontdekt dat de affectie van de een jegens haar vader na al die jaren dieper zit dan bij de ander. Het verhaal speelt zich overigens af in 1994, waardoor je af en toe een beetje moet rekenen om leeftijden, leeftijdsverschillen en gebeurtenissen in het verleden in de juiste context te plaatsen. En soms is het, als vergevorderde veertiger, even slikken als Mila de mannen van halverwege tot eind vijftig als “‘ oude” mannen ervaart 🙂 Mila wordt geconfronteerd met het verleden van haar vader maar zeker ook met haar eigen verleden. De manier waarop Mathijsen beschrijft hoe Mila het (naderende) overlijden van Just heeft beleefd en hoe zij de daarop volgende jaren in haar eigen wereld en werkelijkheid leefde, raakte mij zeer.

Recentelijk las ik De opkomst en ondergang van grootmachten van Tom Rachman (Meulenhoff / Agathon). In die roman draait het om Tooly die in haar begin dertigerjaren ontdekt hoe haar jeugd en adolescentie zijn vormgegeven door een netwerk van personen. Deze personen hebben allemaal hun eigen rol, de een wat meer op de voorgrond dan de ander. Waar het voor Tooly een eye-opener was hoe zij er uiteindelijk (alleen) voor staat, is het grote verschil met Mila dat Mila zich omringd weet door mensen (niet in de laatste plaats haar moeder) die het beste met haar voor hebben. Niemand heeft de wijsheid in pacht. Iedereen probeert op basis van eigen afwegingen te bepalen welke handelswijze het beste is. Of dit uiteindelijk de beste keuze is, is koffiedik kijken.

De titel van deze blogpost is ontleend aan mijn schoolboek voor vaderlandse geschiedenis op de lagere school. De strekking lijkt te zijn dat we door meer te weten over het verleden, het heden beter kunnen begrijpen. Voor mij symboliseert de roman van Mathijsen zeker deze sleutelfunctie. Als je, zoals ik, het voorrecht hebt om mee te mogen doen met de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur, krijg je een aantal boeken op een presenteerblaadje voorgeschoteld. Voor die boeken hoef ik dus zelf geen keuze te maken. Bijzonder comfortabel, want het blijft bij elk boek toch weer de vraag op basis waarvan een lezer de keuze maakt om het wel of juist niet te gaan lezen. Zou ik De grote goede dingen uit mijzelf zijn gaan lezen? Achteraf is mij niet een bijzondere schrijfstijl bijgebleven of prachtige sfeerbeschrijvingen en stilistische hoogstandjes. De verhaallijn is ook niet bijster verrassend en het slot redelijk simpel. En ondanks (of wellicht juist: dankzij) dit alles, heb ik van begin tot eind genoten van deze roman. Het was voor mij zowel een onderdompeling in als een confrontatie met mijn eigen familieverleden. Ik ben de schrijfster zeer erkentelijk voor de wijze waarop zij mij deze ervaring heeft gegeven.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn dank gaat weer uit naar uitgeverij De Bezige Bij voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar, maar zeker ook naar Cathelijne, de drijvende kracht achter Een perfecte dag voor literatuur (een initiatief binnen Not Just Any Book), voor haar goede keuze in de te bespreken boeken.

Wat mijn medebloggers van De grote goede dingen vinden, lees je HIER.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Het doolhof

Ik begin maar meteen met mijn dilemma. Voor mijn blogposts gebruik ik namelijk nooit de letterlijke titel van het boek waar de blogpost over gaat. Ik probeer een titel te verzinnen die ook meteen iets aangeeft over mijn mening of de inhoud. Maar wat doe je dan als de titel van het centrale boek in dit geval precies inhoud en mening aangeeft? Want vandaag besteed ik aandacht aan de roman Het Labyrint van de Zweedse schrijver Sigge Eklund. Deze roman, in de Nederlandse vertaling uitgegeven bij Meridiaan Uitgevers, heb ik gelezen binnen de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur.

Op de achterflap staat dat het boek gaat over vier volwassenen en één ontvoerd meisje. Dit thema in combinatie met een Scandinavische schrijver deed mij enigszins vermoeden (en vrezen) dat we hier te maken zouden hebben met een boek in de dubieuze categorie “literaire thriller”. Maar tot mijn grote opluchting is dat zeker niet het geval. Het is veel meer een roman (zoals ook op de voorkant staat) dan een thriller, hoewel er natuurlijk wel een aantal spannende, adembenemende elementen aan de orde komen.

Het 11-jarige meisje Magda verdwijnt op een dag in mei 2010. En hoe raar dat in eerste instantie misschien klinkt, in het boek is Magda verder maar een bijfiguur. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Åsa (haar moeder), Martin (haar vader), zijn collega Tom en Katja (laat ik haar hier maar even simpelweg de vriendin van Tom noemen). Hun persoonlijke levens worden uit de doeken gedaan, waarbij Eklund gebruik maakt van het heen en weer springen in de tijd. Hierdoor vormt zich steeds duidelijker een beeld welke moeilijkheden deze personen op hun levenspad al hebben ervaren en welke kwesties nog door ieder afzonderlijk verwerkt moeten worden. Daarbij komen familieverbanden, verwachtingen in  het leven, psychologische effecten, eigenwaarde of juist het gebrek daaraan, persoonlijke opvattingen over opvoedingstechnieken en zelfs de vrije seksuele moraal in Zweden in willekeurige volgorde voorbij.

De schrijver heeft op kunstige wijze al die verhaallijnen samengevoegd tot één lezenswaardig geheel. Natuurlijk weet je als lezer dat er dwarsverbanden en snijpunten moeten zijn, maar ik werd toch regelmatig verrast door de wending die een verhaallijn maakte. Ik kan mij dan ook volledig vinden in de titel van het boek, het voelt echt aan als een tocht door een labyrint. Een labyrint is een type doolhof, waarbij er echter één slingerende lijn is die uiteindelijk naar het middelpunt of de andere kant van het labyrint voert. Dit in tegenstelling tot een traditioneel doolhof, waarin je keuzes moet maken of je links of rechts gaat en waarbij kan blijken dat jouw keuze een doodlopende weg is. Terugkeren en opnieuw beginnen is dan het devies. Daarom gebruik ik hier liever de term “doolhof” (en ziedaar, ik heb de titel van deze blogpost gevonden 🙂 ) om aan te geven dat ieders leven eigenlijk een tocht door een doolhof is.

Ik vind het een knappe prestatie van de schrijver hoe hij de ervaringen van de hoofdpersonen weet te verbinden. Hij laat daarbij gebruikmaken van een aantal manuscripten (zoals Het Labyrint en Meisje in de bunker) en een zeer beladen afscheidsbrief. En dan is er nog het “echte” labyrint, vlakbij de woonomgeving van Åsa, Martin en Magda. Door alle gebeurtenissen en ervaringen van de hoofdpersonen, beschreven vanuit hun eigen perspectief, lijkt het haast of de schrijver een aantal losstaande boeken in elkaar heeft geschoven. Dat effect geeft een bijzondere diepgang aan de roman. Elke persoon is het waard om bij stil te staan en aandacht aan te geven. En ik merkte bij mijzelf dat het mij eigenlijk niet meer zo interesseerde waar Magda was gebleven of wat er met haar was gebeurd. Als uiteindelijk de puzzelstukjes op hun plaats gaan vallen, vormde dat echter een extreem angstaanjagend, tot de verbeelding sprekende ontwikkeling. Ik moest even op adem komen.

Zo veel moeite als het mij kostte om een titel voor deze blogpost te verzinnen, zo makkelijk is het om tijdens het lezen van dit boek associaties met allerlei andere boeken te krijgen. Ik dwaalde in gedachten bijvoorbeeld terug naar Mascha (in Misschien wel niet) met haar worsteling met de vraag wat zij van haar leven maakt of zou kunnen maken en naar Masha (in De Evolutie van een huwelijk). In dat laatste boek kwamen de verschillen in denkwijze en gevoelsleven van de diverse personen ook mooi naar voren. Maar de sterkste associatie had ik dit keer met mijn herinnering aan Tilt van Michiel Stroink (Meulenhoff).

Deze roman heb ik ongeveer een half jaar geleden gelezen via de app van de vakantiebieb. En dat ik aan dit boek moest denken, is niet echt positief voor Tilt. In dit boek is ook sprake van de bizarre bundeling van een aantal verhaallijnen van personen die op de een of andere manier allemaal te maken hebben met één persoon/patiënt en worden de beweegredenen en achtergrond van die personen aangegeven. De manier waarop Stroink die thema’s heeft uitgewerkt, viel mij qua diepgang enorm tegen. Het overblijvende gevoel is dat het een te willekeurig en te onwaarschijnlijk bijeen geraapte verzameling is.

En ondanks al die associaties is Het Labyrint absoluut een op zichzelf staande roman met zó veel aspecten dat elke lezer er iets in kan vinden. Voor mij voelt het lezen van boeken ook als een ontdekkingstocht door een labyrint. En daarbij kan de volgorde waarin die boeken aan elkaar worden geregen, van invloed zijn op het “waarde-oordeel”. En dat maakt het elke keer ook weer boeiend om van andere lezers te horen hoe zij over bepaalde boeken denken. Dus schroom vooral niet om jouw reactie hieronder of op mijn Facebookpagina achter te laten.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Meer meningen lezen over Het Labyrint? Via deze link kom je op de verzamelpagina van Een perfecte dag voor literatuur over deze roman uit. Mijn dank gaat uit naar Cathelijne en Meridiaan Uitgevers voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

4 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Lijnenspel

Je herkent dit vast: je staat in een boekwinkel met een (voor jou onbekend) boek in de hand en leest de achterflap. En dan voel je van binnen een lichte tinteling die leidt tot de absolute overtuiging dat je dit boek móet lezen. Onverklaarbaar en onweerstaanbaar. Dit kan ook gebeuren (en zo verging het mij, dit keer) bij het lezen van de korte omschrijving op de website van de uitgever of in de brochure van te verschijnen boeken. Wat nu precies de “trigger” is (titel? boekomslag? schrijver?), blijft voor mij vaak onduidelijk. Interessant om over te filosoferen, maar nog interessanter is de vraag of het boek dan uiteindelijk ook aan de verwachtingen voldoet.

Enige maanden geleden stuitte ik op de titel De opkomst en ondergang van grootmachten. Dit is de meest recente roman van Tom Rachman, in de Nederlandse vertaling uitgegeven bij Agathon/Meulenhoff. Een roman met een bijzondere titel, die in eerste instantie wellicht doet vermoeden dat hier sprake is van een economisch handboek. De associatie met het op dit moment immens populaire (salonfähige) meesterwerk Capital in the Twenty-First century van de Franse econoom Thomas Piketty (Harvard University Press, ook verkrijgbaar in de Nederlandse versie bij De Bezige Bij) ligt op de loer. Dit laatste werk hoort inmiddels ook tot onze thuiscollectie. Nogal logisch met een in economie geïnteresseerde echtgenoot en een bedrijfskunde studerende zoon. Op de een of andere manier lukt het mijzelf slechts sporadisch om tijd te nemen om een non-fictie boek te lezen. Blijkbaar voel ik mij toch meer thuis in de fictieve levens van romanfiguren. Hoewel, dat kostte mij bij de romanfiguren uit De opkomst en ondergang van grootmachten in de eerste hoofdstukken meer moeite dan ik eigenlijk wil toegeven.

De hoofdpersoon is Tooly (Mathilda) Zylberberg. In het boek volgen we haar levensverhaal, waarbij we telkens heen en weer springen tussen verschillende tijden en plaatsen. En door dat heen en weer springen is er steeds sprake van een groot vraagteken. Hoe gaat haar leven verder en hoe hangen alle gebeurtenissen en gesprekken met elkaar samen? Door informatie in een latere of juist eerdere periode vallen langzaam maar zeker de puzzelstukjes op hun plaats. In 1988 is Tooly 9 jaar oud en leeft zij in Bangkok. Tot die tijd heeft zij met haar vader Paul zo’n beetje rondgereisd. Paul vertelt aan Tooly dat dit met zijn werk te maken heeft. Overigens is er verder weinig communicatie tussen vader en dochter. Dit geeft een bijzondere (en ongemakkelijke) sfeer. Als Tooly 10 jaar is, wordt zij “ontvoerd” door de plotseling opduikende Sarah. Sarah blijkt de moeder van Tooly te zijn. Door deze ontvoering komen vervolgens de oudere Humphrey (met Russisch accent) en de ongrijpbare maar charismatische Venn in haar leven. Hoe de lijnen tussen al deze mensen precies lopen, is eigenlijk de rode draad in deze hele roman.

New York is de thuisbasis van Tooly rond 1999-2000. Zij heeft aparte leefomstandigheden en haar relaties zijn ook niet allemaal even alledaags. Naast de al genoemde personen is in die periode een belangrijke rol weggelegd voor de studenten Duncan en Xavi. In 2000 wordt Tooly overigens 21 jaar oud, hetgeen voor haar niet bijzonder is maar door een aantal mensen om haar heen wel als een belangrijk omslagpunt wordt beschouwd. Ook dat wordt pas in de loop van het boek duidelijk. De derde periode die steeds aandacht krijgt is het “nu”: Tooly  heeft nu (2011) een noodlijdend winkeltje in tweedehandsboeken in een gehucht in Wales.

Snap je er al wat van? Bijna onmogelijk. En dat maakt deze roman zo razend knap. Alle verhaallijnen en tijdslijnen lopen dwars door elkaar. Gebeurtenissen die in de eerste helft van het boek worden beschreven, krijgen pas in de loop van de tweede helft hun betekenis. Alles gaat kriskras door elkaar om uiteindelijk toch een netwerk te vormen, waarbij de grote vraag is wie er nu eigenlijk daadwerkelijk aan de touwtjes trekt. Een vraag die voor Tooly pas in de fase van het nu tot een beantwoording komt. Daarom had ik in het begin behoorlijk wat moeite om in het verhaal te komen, terwijl ik de tweede helft in één ruk heb uitgelezen en met een katterig gevoel achterbleef omdat het boek uit was.

Ontroerend en ontwapenend vond ik het levensverhaal van Humphrey. En Paul? Die kun je pas vér in het boek op waarde schatten. De economische benadering van Venn over het functioneren in de wereld is uitermate lezenswaardig. Mijn oordeel over Venn houd ik echter liever voor me. Naar mijn mening slaat de titel van deze roman niet zo zeer op “werkelijke” grootmachten, maar meer op alle ontwikkelingen en omwentelingen die de personages zelf meemaken. Ik ben benieuwd of Piketty het ook op die manier benadert 🙂 En Tooly? De schrijver heeft een open eind aan het boek gegeven, zodat elke lezer naar eigen believen mag invullen hoe haar leven verder gaat.

Al met al een verbijsterend, onthutsend boek. Het heeft mij behoorlijk bezig gehouden. Dus terugkomend op mijn vraag aan het begin van deze blogpost: ja, deze roman heeft volledig voldaan aan mijn verwachting bij het lezen van de achterflap.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Mijn grote dank gaat uit naar uitgeverij Meulenhoff voor het aan mij beschikbaar stellen van een leesexemplaar (ebook) én voor het getoonde geduld voor de tijd tot de publicatie van deze blogpost.

1 reactie

Opgeslagen onder Boek review

Klaproos en veren

Vandaag, zondag 9 november 2014, is een bijzondere dag: op één en dezelfde dag worden twee historisch belangrijke feiten herdacht. De tweede zondag in november is in Engeland (in de ruimste omvang) traditioneel Remembrance Sunday, waarbij wordt stilgestaan bij alle oorlogsslachtoffers. In eerste instantie was deze dag bedoeld voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, maar in de loop der jaren is de betekenis van deze dag uitgebreid. Daarnaast is het vandaag 25 jaar geleden dat de Berlijnse Muur definitief naar beneden kwam. In Duitsland wordt er geklaagd dat op scholen meer wordt onderwezen over Nazi-Duitsland dan over de Koude Oorlog en de periode daarna, terwijl die recente periode voor het huidige Duitsland uiteraard van grote invloed is (geweest). Hoe dat in Nederland wordt geïncorporeerd in het onderwijs, weet ik eerlijk gezegd niet. Wat ik wel weet is dat tijdens mijn schoolperiode er maar bar weinig aandacht was voor de Eerste Wereldoorlog. Natuurlijk leerden we de jaartallen en de “hoogtepunten”, maar verder werd de zogenaamde neutrale rol van Nederland erg benadrukt.

Hoe anders moet dat zijn voor de leerlingen/inwoners van bijvoorbeeld België, Frankrijk en Engeland! Nu het dit jaar 100 jaar geleden is dat die Eerste Wereldoorlog begon, zijn er veel boeken over die periode verschenen. Bij toeval las ik het  boek De jongen die zijn vader zocht van John Boyne (de Boekerij). Deze roman is, naar ik aanneem, in principe bedoeld als jeugdboek en dat is aan de schrijfstijl en het taalgebruik te merken. Het is een lief verhaal over een jonge jongen (Alfie Summerfield), wiens vader uit volle overtuiging in het leger is gegaan om mee te vechten in de Eerste Wereldoorlog. Er komen steeds minder berichten van zijn vader. Volgens de moeder van Alfie is vader met een geheime missie bezig. De armoede ligt op de loer, ondanks de dubbele diensten die moeder draait. Alfie vindt een mogelijkheid om een financieel steentje bij te dragen. En daardoor komt hij in de gelegenheid om te ontdekken waar zijn vader is en wat er aan de hand is. Lief, af en toe licht ontroerend, en met een bij deze roman passend “happy end”.

Echt onder de indruk van het verhaal was ik niet, maar al lezende kwamen er wel thema’s voorbij om over na te denken. De eigen wereld was voor iedereen destijds veel kleiner dan tegenwoordig. Er was natuurlijk nog geen sprake van alle huidige, moderne communicatiemiddelen. Post kon weken onderweg zijn, dus de inhoud van een brief kon al achterhaald zijn op het moment van de ontvangst van de brief. En los daarvan was er al de vraag óf er een brief kon komen. Destijds was het nog zeker niet gebruikelijk dat iedereen had leren lezen en schrijven. Daarom gebeurde het regelmatig dat iemand anders werd ingeschakeld om een kaart of brief voor het thuisfront te schrijven. Dit is één van de elementen die mij in gedachten terugvoerden naar een roman die ik in 2012 heb gelezen, Post voor mevrouw Bromley van Stefan Brijs (Atlas Contact). In deze werkelijk schitterende en uitermate indrukwekkende roman word je aan de hand van het verhaal van John Patterson meegenomen naar het dagelijks leven in die tijd, met alle druk van buitenaf en de eigen afwegingen van John.

John Patterson en Martin Bromley zijn dikke vrienden. Zij wonen allebei in Londen als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Beiden hebben een andere opvatting over hoe zij deel kunnen c.q. moeten nemen aan deze afschuwelijke ontwikkeling. Zij maken dan ook in eerste instantie allebei een andere keuze. Martin meldt zich aan om mee te gaan vechten. Hoe het hem vergaat en hoe er voor wordt gezorgd dat zijn moeder op de hoogte blijft van de ervaringen van haar zoon, daarvoor moet je echt dit boek lezen. Wat ik hier nog wil aanhalen is de manier waarop personen die niet richting oorlogsgebied zijn gegaan (zoals John) werden benaderd. Misschien heb je wel eens gehoord over het destijds uitdelen van witte veren. Witte veren om aan te geven dat je een lafaard bent dat je niet voor volk en vaderland gaat vechten. Wat een impact heeft dat op een man die niet voor zijn verantwoordelijkheden wegkruipt maar wel zijn eigen afwegingen wenst te maken. Maar wie zijn nu eigenlijk de echte helden? Ben je een held als je met open ogen je in het avontuur stort en jouw einde tegemoet snelt? En ben je een lafaard als je op een andere manier hierover wilt nadenken? Is dit niet een universele discussie bij elke oorlog, ook in onze tegenwoordige tijd?

De witte veren komen ook in het boek van John Boyne aan de orde. Misschien is dat nog niet iets wat Alfie kan begrijpen en invoelen, maar als lezer raakte ik bij beide boeken danig onder de indruk. Vandaag sta ik hier voor mijzelf nog eens extra bij stil.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

De roman Post voor mevrouw Bromley heb ik geleend bij mijn plaatselijke openbare bibliotheek. Ben jij ook lid van de bibliotheek? In het kader van Nederland leest ligt er deze maand (november) een uitgave van Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart voor je klaar. Maar op = op!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

De langzaam naderende onweersbui

Onweer. Ik associeer dat met broeierige warmte,  een zich in de lucht opbouwende spanning, gevolgd door een schitterende lichtshow, bulderend gedonder en dan de verlossende neerslag. Het komt en het gaat, in Nederland meestal in een rap tempo. Het is voorbij voordat je het goed en wel in de gaten hebt. Daarom was ik erg nieuwsgierig naar de inhoud van de roman Het onweer van de Argentijnse schrijfster Selva Almada (deze maand in een prachtige vertaling uitgegeven bij Meulenhoff). Zou zij er in geslaagd zijn om dit spektakel te laten terugkomen in de sfeer en het verhaal?

Op die vraag moet elke lezer natuurlijk zelf antwoord geven 🙂 , maar ik hink nog een beetje op twee gedachten.

Deze roman is heel erg filmisch geschreven. Vanaf de allereerste pagina tot aan de laatste woorden zie je voor jouw ogen precies wat er gebeurt. De boekomslag is prachtig gekozen: een boom die door de bizarre weersomstandigheden in Argentinië een eigen vorm heeft moeten vinden. De teistering door de lokale weersomstandigheden en de invloed op het landschap is overal in het boek uitdrukkelijk aanwezig. Selva Almada weet dat heel pakkend onder woorden te brengen, net zo als de sfeer, de omgeving, de personages. Echt schitterend vind ik het hoofdstuk waarin via de hond Bayo wordt aangegeven en omschreven hoe het naderende onweer wordt opgemerkt.

Minder tevreden ben ik met de titel van deze roman. “Het onweer” klinkt mij te statisch in de oren, terwijl juist het voorbijrazen van zo’n bui en de wervelingen in de (atmo)sfeer naar mijn mening zo van belang zijn. De oorspronkelijke titel (El viento que arrasa) heeft meer beweging in zich. Het is ook zeer zeker niet zo dat het onweer al in de eerste hoofdstukken losbarst! Eerst is er de opbouw van de spanning in de sfeer, in de verhoudingen tussen de personages, met de bijna tastbare dreiging van het naderende onheil. Het relatief korte verhaal voelt als een scene uit een langere film. Je bent onmiddellijk nieuwsgierig naar de levens van de vier personen: dominee Pearson, zijn dochter Leni/Elena, garagist Gringo Brauer en zijn loopjongen Tapioca.

Hoewel het onweer als natuurverschijnsel eigenlijk een ondergeschikte plaats in het boek inneemt, kun je in figuurlijke zin wel constateren dat in de levens van de hoofdpersonen een onweer woedt. Bestaande posities en verhoudingen veranderen door de onverwachte omstandigheden dat Leni, de dominee, de Gringo en Tapioca door een probleem aan de auto van de dominee en daarna het voorbijrazende onweer, tot elkaars gezelschap veroordeeld zijn.

Voor een deel krijgen we een inkijkje in het verleden van de personages, maar hoe de toekomst er uit gaat zien blijft verborgen. Aan de ene kant is dat een aantrekkelijk aspect van het boek (door veel aan de verbeelding van de lezer over te laten), aan de andere kant voelde ik mij een beetje teleurgesteld dat het boek uit was op het moment dat ik juist wilde weten hoe het met iedereen verder zou gaan. Ik zou graag doorschakelen naar de volgende scene in de film.

Treffend beschreven vind ik hoe Leni in dezelfde persoon zowel haar vader als de dominee ziet. Daarbij is duidelijk dat zij als 16-jarige dochter kritiek heeft op haar vader en de wijze waarop hij haar meesleurt in zijn leven, terwijl zij tegelijkertijd uitermate onder de indruk is van de uitstraling en invloed van haar vader als dominee. Bijna als vanzelf ondersteunt zij de dominee in zijn zendingsdrift. Dit laatste deed mij terugdenken aan de 10-jarige Judith, het jonge hoofdpersoontje uit de originele en ontroerende roman Het land van melk en honing van Grace McCleen (Atlas Contact, 2011). Ook zij leeft in een door religie gedomineerde wereld, waarin zij op geheel eigen wijze haar weg probeert te vinden. Zij heeft zowel een diepgelovige kijk op de wereld alsook een heleboel vragen over het hoe en waarom.

Beide boeken blinken voor mij uit door die dualiteit op meerdere fronten. In het verhaal van Judith zit meer “verhaal” dan in Het onweer, maar dit laatste boek prikkelt nog weer meer de verbeelding. Kortom (je voelt het al aankomen): een leesadvies voor beide boeken!

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Het onweer heb ik als ongecorrigeerd leesexemplaar mogen lezen van uitgeverij Meulenhoff, waarvoor mijn hartelijke dank.

2 reacties

Opgeslagen onder Boek review