Tagarchief: Atlas Contact

Mindset

Vertel eens: heb jij Anna Karenina van Tolstoj gelezen? En Naar de vuurtoren van Virginia Woolf? En hoe zit het met Moby Dick van Herman Melville, Het grauwe huis van Charles Dickens en James Joyces Ulysses?  Allemaal, stuk voor stuk, boeken die horen tot de top van de wereldliteratuur. Ik heb de meeste van deze boeken niet gelezen (ook al ligt Naar de vuurtoren sinds afgelopen Boekenweek wel op mij te wachten en herlees ik bijvoorbeeld regelmatig Jane Eyre) en ik heb er totaal geen last van dat ik dergelijke kost (nog) niet op mijn “gelezen-lijst” heb staan. Waar ik wel last van heb, is het gevoel dat Peter Mendelsund mij geeft via zijn boek Wat we zien als we lezen (Atlas Contact). Hij geeft mij namelijk het gevoel dat ik als lezer eigenlijk niet meetel als ik de aan het begin genoemde werken (of boeken van een dezelfde niveau) niet heb gelezen. En daar erger ik mij aan.

wat we zien als we lezen

Ik had een totaal ander boek verwacht, misschien wat naïef van mijn kant. Ik had gedacht en gehoopt dat dit boek leuk zou zijn om te lezen, met een heleboel herkenning van “o ja, zo ervaar ik het ook”, grappige constateringen en leuk bedachte bruggetjes. Niets van dat al. Het is een pseudo-wetenschappelijke onderbouwing van de eigen mening van Mendelsund. Pseudo, want hij kan er wat mij betreft nog zo veel voorbeelden uit de door hem zo vaak herlezen wereldliteratuur bijhalen, het blijft een heel boek lang het boekstaven van zijn eigen opvattingen. En dat is natuurlijk helemaal niet vreemd voor een auteur, maar dit keer kan en wil ik er simpelweg niet in meegaan.

Bij het horen van de titel Wat we zien als we lezen ging mijn eigen fantasie meteen op volle toeren werken. Mijn associatieve gevoel sprong heen en weer tussen de Suske&Wiske’s uit mijn jeugd, de zeven delen uit de Harry Potter-serie, herinneringen aan uitspraken van mijn vader, filosofische teksten die ik in de loop der tijden heb gelezen en nog zo wat. Geen van deze associaties lijkt op iets wat Mendelsund naar voren brengt.

Misschien ben ik al heel jong door mijn moeder “verpest”. Zij was een meester-voorlezer. Zij was in staat om een Suske & Wiske zó voor te lezen dat ik de plaatjes niet nodig had om het verhaal te begrijpen. Met haar stem, haar intonatie en timbre wist zij voor mij de plaatjes te “tekenen”. En dat ben ik blijven doen: zelf invulling geven aan wat ik lees, soms los van wát ik lees. Zo zijn bijvoorbeeld alle leden van de familie Malfidus stelselmatig in mijn beleving zwartharig, terwijl toch echt steeds in de boeken van J.K. Rowling over Harry Potter wordt benadrukt dat zij allemaal ultiem blond zijn. En ja, ook mij overkomt het regelmatig dat ik een hoofdpersoon “voor mij zie”, terwijl ik op dat moment echt geen letterlijke beschrijving van dat personage kan geven. Maar dat boeit mij ook niet.

Mendelsund eindigt zijn boek met een quote uit het eerder genoemde werk van Virginia Woolf: “het was wazig”. Daarmee geeft hij wat mij betreft de beste samenvatting van zijn eigen boek. Voor mij is het nog steeds volstrekt onduidelijk wat hij nu eigenlijk wil zeggen of bewijzen. Door het irritant veel gebruik van vakjargon en de gebruikte voorbeelden, gaf hij mij dus het gevoel dat je niet meetelt als je je tijd af en toe besteedt aan “simpele boekjes”. En verder irriteerde het mij bovenal dat ik niet de vrijheid van hem kreeg om een andere mening, een andere onderbouwing voor hetzelfde verschijnsel te hebben.

Omwille van deze blogpost (die ik schrijf in het kader van mijn deelname aan de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur) heb ik het boek een tweede keer gelezen. Ik heb daarbij geprobeerd mijn frustratie van de eerste keer te negeren. En natuurlijk verging het mij nu meer zoals Mendelsund zelf beschrijft over het lezen van zijn favoriete boeken: eerste keer er doorheen snellen voor de grote lijn, tweede keer meer aandacht voor details en bijzonderheden (vrije quote). Maar uiteindelijk werd ik niet milder gestemd. Halverwege het boek raakte Mendelsund mij weer kwijt (of ik hem 🙂 ). En wat overheerst is toch het gevoel van arrogantie van iemand die in principe in een ander deelgebied van de uitgeverswereld zijn werkzaamheden heeft (als ontwerper van boekomslagen, en eerlijk is eerlijk, daarin is hij heel bedreven) en daaraan het idee ontleent dat iemand op zijn mening zit te wachten.

Natuurlijk zie ik ook wel dat Mendelsund veel tijd en aandacht aan dit boek heeft besteed. Zeker de vormgeving met bij de tekst passende illustraties en “verbeeldingen” maakt het een bijzonder boek. Door mijn eigen mindset en verwachtingspatroon komt het op dit moment tussen ons niet meer goed. Dat gebeurt mij niet vaak, maar uniek is het niet.125 x 200 WT Door mijn verwachtingspatroon  over bijvoorbeeld Joe Speedboot van Tommy Wieringa (de Bezige Bij), dat uiteindelijk niet aansloot op de inhoud van die veel geprezen roman, heb ik er op Goodreads slechts 2 (van de 5) sterren aan toegekend. Een ander voorbeeld dat ik nog vers in mijn geheugen heb is de door velen bejubelde roman Dorsvloer vol confetti van Franca Treur (Prometheus). Mijn mindset zorgde ervoor dat ik dolgraag die dorsvloer zou willen schoonvegen om het vervolgens voor altijd de rug toe te keren.

Toch nog even een positief geluid? Het deed mij goed dat Mendelsund de dichter Wordworth aanhaalt. Een gedicht van deze Engelse dichter had ook grote invloed op de hoofdpersoon in De linkshandigen, een roman van Christiaan Weijts (de Arbeiderspers). En die roman las ik precies op het juiste moment met de juiste mindset!

Simpele conclusie dit keer: Wat we zien als we lezen is niet aan mij besteed. Misschien denken mijn medebloggers van Een perfecte dag voor literatuur hier anders over. Dit kun jij uitvinden via deze LINK.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Dat mijn oordeel over het boek van Mendelsund niet zo positief is, doet niets af aan mijn dank aan de uitgever voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

PS Binnenkort gaat mijn boekenblog verder op http://www.theonlymrsjo.nl. Op dit moment publiceer ik mijn blogposts nog hier én daar, maar dat gaat veranderen. Wil je niets missen? Ik zou het leuk vinden als jij je abonneert op mijn blog. Dat kan via http://www.theonlymrsjo.nl/.

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Langs de rand

Overal is wel wat. In elke familie, in elk gezin en in willekeurig welke relatie zijn er eigenaardigheden. In relatieve zin en soms zelfs in absolute zin. En dan is er ook nog een objectieve of juist een subjectieve benadering. Oftewel: het is voor een buitenstaander in principe niet te zeggen of iets eigenaardig is of niet. En dat is dan ook mijn probleem met het schrijven van een blogpost over de roman Iedereen kan schilderen van Emma Curvers (uitgegeven bij Atlas Contact). In deze roman draait het om Iris Kostons, of eigenlijk niet om Iris maar om haar vader Hans. En niet alleen om Hans, maar ook om moeder Elsbeth en zus Mia. En toch ook weer vooral om Iris. Zo vermoeiend, verwarrend en eigenaardig als dit klinkt, zo vermoeiend, verwarrend en eigenaardig is het leven van Iris.

Bij alle vier zit minimaal één steekje los. Bij de één wat meer steekjes dan bij de ander, maar de combinatie van deze persoonlijkheden in één gezin maakt het geheel tot een explosieve, onberekenbare situatie. Al vanaf de eerste bladzijden merk je dat de verhoudingen binnen de familie op scherp staan. Zeer beklemmend weet Curvers te beschrijven hoe moeder en dochter omzichtig te werk gaan bijvoorbeeld tijdens een verjaardagsvisite, om Hans niet uit zijn eigen balans te halen. Uit alles blijkt dat deze personen geen enkele basis als gezin hebben, ze hangen als los zand aan elkaar en zijn volledig onbekend met aspecten als wederzijdse steun, niet te verbreken band tussen ouders en kinderen en een zekere mate van gemeenschapszin. Iris is zo gewend aan haar situatie en de onderhuidse spanningen, dat zij weliswaar op afstandelijke wijze ziet dat er bizarre dingen in haar familie gebeuren, maar zonder dat dit inzicht leidt tot zelfstandige, volwassen daden. Zij loopt voortdurend langs en op de rand van de psychische afgrond. En ondanks alle ingeschakelde psychiaters en therapeuten dreigt continu het gevaar dat zij óver de rand wegglijdt.

Door het thema van deze roman is het niet moeilijk om het te associëren met andere boeken die ik heb gelezen. Sterker nog, ik moet mij bedwingen om hier niet een hele waslijst op te sommen van boeken die bij mij naar boven kwamen tijdens het lezen van Iedereen kan schilderen :). Ik mocht deze debuutroman lezen voor de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Nu ik het heb gelezen, kan ik mij bijna niet meer voorstellen dat ik vooraf enige aarzeling voelde of ik op dit moment wel wilde meedoen. Door de omschrijving op de achterflap, de titel (de treffende verwijzing naar het hobbyproduct van Ravensburger) en de tekening op de boekomslag was ik niet direct enthousiast. Ik vermoedde dat het misschien vergelijkbaar zou zijn met PAAZ van Myrthe van der Meer (The House of Books). PAAZ heb ik geruime tijd geleden gelezen en ik vond dat een bijzonder boek. Ik ben ook zeker van plan om de meest recente roman van Myrthe, Up, ook te lezen. In beide boeken gaat het om het levensverhaal van Emma die aan een persoonlijkheidsstoornis en/of depressies lijdt. Myrthe weet heel goed leesbaar en begrijpelijk, met een flinke saus humor, te vertellen hoe het is om zo’n afwijking te hebben, hoe Emma probeert haar problemen te lijf te gaan en hoe het is om terug te keren naar de “normale” maatschappij. Knap geschreven, belangrijk onderwerp, maar van Een perfecte dag voor literatuur verwacht ik toch net een iets ander genre boeken. En dat blijkt de roman van Emma Curvers dan ook te zijn. Een totaal andere sfeer en andere schrijfstijl. Daarom is lezen zo leuk, steeds weer de ontdekkingstocht hoe een schrijver een onderwerp heeft aangepakt en vormgegeven.

Uiteraard dacht ik ook aan de roman van Nanda Roep: Van familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook!, met name vanwege het aanstippen van de methodiek van familiesystemen. Als je in staat bent om van enige afstand naar jouw familie te kijken, zie je (volgens de aanhangers van systeemdenken) vaak patronen die zich in de verschillende generaties herhalen. Hoofdpersoon Bianca heeft aardig wat met haar familie te stellen.

Maar bovenal moest ik denken aan twee romans waarin weliswaar een afwijking/stoornis van belangrijke invloed is op de persoon en de verhouding tot andere personen of familieleden, maar waarin gelukkig de rode draad wordt gevormd door een diepgevoelde, af en toe wat onhandig geuite, liefde van een ouder voor een kind. Dit is het geval in het (in principe) jeugdboek Joe & ik van Mireille Geus (Lemniscaat) en in De eerste maandag van de maand van Peter Zantingh (de Arbeiderspers). In laatstgenoemde roman draait het om de dertigjarige Boris die voor onderdak bij zijn vader aanklopt, nadat zijn relatie met Sara is stukgelopen. Door de ernstige dwangstoornis van Boris wordt het voor hem steeds moeilijker om zich in de maatschappij staande te houden. Zijn vader stelt zijn huis en zijn leven voor hem open en de mannen besluiten met elkaar een reisje naar Praag te maken. Door een aantal gebeurtenissen worden vader en zoon gedwongen echt met elkaar te praten over hun levens en hun eigenaardigheden. Terug in Nederland zijn er nog heftige ontwikkelingen met een zwarte rand, maar met een positief slotakkoord. Ik vond het een aparte ervaring om in deze romanvorm iets te leren over het leven met een dwangstoornis.

Iedereen kan schilderen is zeker niet het vluchtige, licht schertsende verhaaltje waarvoor ik in eerste instantie vreesde. Het is een verbijsterend en beklemmend verhaal over een ontwrichte, niet functionerende familie, waarbij de grote vraag blijft of en hoe ieder gezinslid (met of zonder elkaar) zijn of haar vervolgweg weet te vinden. Een prachtig debuut van de jonge Emma Curvers. In de relatief korte tijd waarin wij meeliften in de levens van de familie Kostons, weet zij zonder dat ik precies kan aangeven waardoor dat komt, een indrukwekkend stempel op mijn leeservaring te drukken.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

De meningen van mijn medebloggers vind je via deze link. En mijn hartelijke dank gaat uit naar Atlas Contact voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Opoffering

Hoe fijn moet het zijn om zonder enig vooroordeel te kunnen leven! Om overal met een onbevangen blik in te stappen, bereid om alles te accepteren zoals het zich aandient. Volgens mij is dat volstrekt onmogelijk en is het meest haalbare dat wij proberen elke keer met enige afstand naar onszelf te kijken vóórdat we ergens over oordelen, ons een houding geven of tot actie over gaan. En die houding kan af en toe tot een bijzondere ontdekking leiden. Althans zo verging het mij. Voor vandaag staat namelijk De offers gepland binnen de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Deze roman, uitgegeven bij De Bezige Bij, is geschreven door Kees van Beijnum. En precies daar wrong voor mij de schoen. Ik had nog nooit een boek van deze schrijver gelezen. Het enige dat ik van hem wist, is dat hij de schrijver is van De Oesters van Nam Kee, welk boek verfilmd is met onder andere als acteurs (de jonge) Katja Schuurman, Johnny de Mol en Cees Geel. En eerlijk gezegd (daar komt het eerste vooroordeel) heb ik gemiddeld niet zo’n hoge pet op van Nederlandse films. Ik heb de film niet gezien maar mede door de (gedeeltelijke) setting in (daar komt vooroordeel nummer 2) een zonnig buitenland vermoedde ik weinig goeds. En die mening  projecteerde ik vervolgens op de schrijver.

Dus toen de vraag kwam of ik mee wilde doen voor De offers, heb ik heel even getwijfeld. Heel even, want ik ben altijd nieuwsgierig naar nieuwe boeken en (voor mij) nieuwe schrijvers. En oh ja, wat ben ik blij dat ik mee mag doen, want wat kan die man schrijven! In een heel beheerste stijl weet hij mij mee te nemen naar het Japan van de tweede helft van de veertiger jaren vorige eeuw. En dat is vervolgens bij uitstek een wereld waarin vooroordelen een extreme invloed hebben op de dagelijkse gang van zaken. Misschien is het beter/neutraler om het niet te hebben over vooroordelen, maar over maatschappelijke opvattingen over de indeling van de samenleving in die tijd. En daarbij is het zeker niet zo dat alleen in Japan die opvattingen de ontwikkelingsmogelijkheden vanuit een bepaalde sociale status bepalen. Ook voor Europeanen, Australiërs, Amerikanen en anderen blijkt het bijna onmogelijk om een eigen mening te hebben en desondanks mee te draaien in het wereldje. Letterlijk iedereen moet offers brengen, ieder op zijn of haar eigen niveau en in wisselende situaties. Uiteindelijk gaat het steeds om de vraag naar de balans van eigen belang en het belang van een medemens.

Ik vond het een bijzondere roman. Als ik een boek lees waarvan ik van te voren weet dat ik er een blogpost over ga schrijven, maak ik tijdens het lezen vaak al wat aantekeningen. In dit geval had ik gekozen voor kleine gekleurde plaktabjes. Het boek zit nu vol met gekleurde tabjes, maar deze momenten bij elkaar maken niet automatisch een logische blogpost. Er zijn ongetwijfeld bloggers te vinden die een mooie, compacte samenvatting geven van de inhoud van het boek. Ik raad je zeker aan deze publicaties te lezen voor zover je nog een aansporing nodig hebt om deze roman te gaan lezen. Van mijn eigen leeservaring geef ik graag mee dat de meest opvallende zinnen of alinea’s wat mij betreft met name gaan over individuele opvattingen en verwachtingen. Regelmatig verhelderend en verbijsterend tegelijk.

Voor mij, zelf juriste, waren de overwegingen van rechter Rem Brink over de aanklacht “misdaden tegen de vrede” en de unanimiteit van het oordeel uitermate interessant om te lezen. Maar het meest indrukwekkende is toch de neutrale, bijna afstandelijke wijze waarop de schrijver het beeld schetst van de toenmalige maatschappelijke verhoudingen en de daarbij horende toekomstmogelijkheden van de hoofdpersonen uit deze roman.

Bijzondere omgangsvormen en interculturele verschillen waren in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog nog meer bepalend dan tegenwoordig. Maar los van de tand des tijds zit de Aziatische maatschappij zo anders in elkaar dan wij hier in Europa gewend zijn. Ik moest terugdenken aan  De tas van de leraar van de Japanse schrijfster Hiromi Kawakami (oorspronkelijke publicatie in 2001. Ik las in 2012 via mijn openbare bibliotheek de Nederlandse vertaling, Atlas Contact). In dit wonderlijke boekje gaat het om een zich met horten en stoten ontwikkelende relatie tussen een alleenstaande vrouw van in de dertig en haar veel oudere, voormalige leraar die weduwnaar is. In de manier waarop zij met elkaar omgaan vond ik een zekere hardheid en botheid zitten, die ik (vooroordeel nummer zoveel) niet verwachtte in de Japanse cultuur.

Ik merk dat ik bij het schrijven van deze blogpost bijna angstvallig heb vermeden om namen uit de boeken te noemen. Dit is simpelweg het gevolg van het feit dat ik de namen niet goed ken. Ik lees namelijk meestal op “beeldherkenning”, oftewel ik herken het woord meteen als de naam die er staat, maar hoe de naam precies wordt geschreven of uitgesproken moet worden, gaat aan mij voorbij. Dit is niet typisch iets voor boeken met Aziatische namen, hoor, ik heb dat al mijn hele lezersleven lang. Begin middelbare school heb ik eens een verhitte discussie met een klasgenootje gevoerd omdat zij het belachelijk vond dat ik niet precies wist hoe de vriendinnen van Pitty (uit de kostschoolserie van Enid Blyton, echte bakvissenboekjes) heetten en wat de naam van de kostschool was. Tja. Mijn leesplezier is er niet minder om 🙂

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Via deze link kom je op de verzamelpagina van Een perfecte dag voor literatuur met de verwijzing naar de artikelen van mijn medebloggers. Mijn hartelijke dank gaat weer uit naar Cathelijne en De Bezige Bij voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Klaproos en veren

Vandaag, zondag 9 november 2014, is een bijzondere dag: op één en dezelfde dag worden twee historisch belangrijke feiten herdacht. De tweede zondag in november is in Engeland (in de ruimste omvang) traditioneel Remembrance Sunday, waarbij wordt stilgestaan bij alle oorlogsslachtoffers. In eerste instantie was deze dag bedoeld voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, maar in de loop der jaren is de betekenis van deze dag uitgebreid. Daarnaast is het vandaag 25 jaar geleden dat de Berlijnse Muur definitief naar beneden kwam. In Duitsland wordt er geklaagd dat op scholen meer wordt onderwezen over Nazi-Duitsland dan over de Koude Oorlog en de periode daarna, terwijl die recente periode voor het huidige Duitsland uiteraard van grote invloed is (geweest). Hoe dat in Nederland wordt geïncorporeerd in het onderwijs, weet ik eerlijk gezegd niet. Wat ik wel weet is dat tijdens mijn schoolperiode er maar bar weinig aandacht was voor de Eerste Wereldoorlog. Natuurlijk leerden we de jaartallen en de “hoogtepunten”, maar verder werd de zogenaamde neutrale rol van Nederland erg benadrukt.

Hoe anders moet dat zijn voor de leerlingen/inwoners van bijvoorbeeld België, Frankrijk en Engeland! Nu het dit jaar 100 jaar geleden is dat die Eerste Wereldoorlog begon, zijn er veel boeken over die periode verschenen. Bij toeval las ik het  boek De jongen die zijn vader zocht van John Boyne (de Boekerij). Deze roman is, naar ik aanneem, in principe bedoeld als jeugdboek en dat is aan de schrijfstijl en het taalgebruik te merken. Het is een lief verhaal over een jonge jongen (Alfie Summerfield), wiens vader uit volle overtuiging in het leger is gegaan om mee te vechten in de Eerste Wereldoorlog. Er komen steeds minder berichten van zijn vader. Volgens de moeder van Alfie is vader met een geheime missie bezig. De armoede ligt op de loer, ondanks de dubbele diensten die moeder draait. Alfie vindt een mogelijkheid om een financieel steentje bij te dragen. En daardoor komt hij in de gelegenheid om te ontdekken waar zijn vader is en wat er aan de hand is. Lief, af en toe licht ontroerend, en met een bij deze roman passend “happy end”.

Echt onder de indruk van het verhaal was ik niet, maar al lezende kwamen er wel thema’s voorbij om over na te denken. De eigen wereld was voor iedereen destijds veel kleiner dan tegenwoordig. Er was natuurlijk nog geen sprake van alle huidige, moderne communicatiemiddelen. Post kon weken onderweg zijn, dus de inhoud van een brief kon al achterhaald zijn op het moment van de ontvangst van de brief. En los daarvan was er al de vraag óf er een brief kon komen. Destijds was het nog zeker niet gebruikelijk dat iedereen had leren lezen en schrijven. Daarom gebeurde het regelmatig dat iemand anders werd ingeschakeld om een kaart of brief voor het thuisfront te schrijven. Dit is één van de elementen die mij in gedachten terugvoerden naar een roman die ik in 2012 heb gelezen, Post voor mevrouw Bromley van Stefan Brijs (Atlas Contact). In deze werkelijk schitterende en uitermate indrukwekkende roman word je aan de hand van het verhaal van John Patterson meegenomen naar het dagelijks leven in die tijd, met alle druk van buitenaf en de eigen afwegingen van John.

John Patterson en Martin Bromley zijn dikke vrienden. Zij wonen allebei in Londen als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Beiden hebben een andere opvatting over hoe zij deel kunnen c.q. moeten nemen aan deze afschuwelijke ontwikkeling. Zij maken dan ook in eerste instantie allebei een andere keuze. Martin meldt zich aan om mee te gaan vechten. Hoe het hem vergaat en hoe er voor wordt gezorgd dat zijn moeder op de hoogte blijft van de ervaringen van haar zoon, daarvoor moet je echt dit boek lezen. Wat ik hier nog wil aanhalen is de manier waarop personen die niet richting oorlogsgebied zijn gegaan (zoals John) werden benaderd. Misschien heb je wel eens gehoord over het destijds uitdelen van witte veren. Witte veren om aan te geven dat je een lafaard bent dat je niet voor volk en vaderland gaat vechten. Wat een impact heeft dat op een man die niet voor zijn verantwoordelijkheden wegkruipt maar wel zijn eigen afwegingen wenst te maken. Maar wie zijn nu eigenlijk de echte helden? Ben je een held als je met open ogen je in het avontuur stort en jouw einde tegemoet snelt? En ben je een lafaard als je op een andere manier hierover wilt nadenken? Is dit niet een universele discussie bij elke oorlog, ook in onze tegenwoordige tijd?

De witte veren komen ook in het boek van John Boyne aan de orde. Misschien is dat nog niet iets wat Alfie kan begrijpen en invoelen, maar als lezer raakte ik bij beide boeken danig onder de indruk. Vandaag sta ik hier voor mijzelf nog eens extra bij stil.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

De roman Post voor mevrouw Bromley heb ik geleend bij mijn plaatselijke openbare bibliotheek. Ben jij ook lid van de bibliotheek? In het kader van Nederland leest ligt er deze maand (november) een uitgave van Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart voor je klaar. Maar op = op!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

De langzaam naderende onweersbui

Onweer. Ik associeer dat met broeierige warmte,  een zich in de lucht opbouwende spanning, gevolgd door een schitterende lichtshow, bulderend gedonder en dan de verlossende neerslag. Het komt en het gaat, in Nederland meestal in een rap tempo. Het is voorbij voordat je het goed en wel in de gaten hebt. Daarom was ik erg nieuwsgierig naar de inhoud van de roman Het onweer van de Argentijnse schrijfster Selva Almada (deze maand in een prachtige vertaling uitgegeven bij Meulenhoff). Zou zij er in geslaagd zijn om dit spektakel te laten terugkomen in de sfeer en het verhaal?

Op die vraag moet elke lezer natuurlijk zelf antwoord geven 🙂 , maar ik hink nog een beetje op twee gedachten.

Deze roman is heel erg filmisch geschreven. Vanaf de allereerste pagina tot aan de laatste woorden zie je voor jouw ogen precies wat er gebeurt. De boekomslag is prachtig gekozen: een boom die door de bizarre weersomstandigheden in Argentinië een eigen vorm heeft moeten vinden. De teistering door de lokale weersomstandigheden en de invloed op het landschap is overal in het boek uitdrukkelijk aanwezig. Selva Almada weet dat heel pakkend onder woorden te brengen, net zo als de sfeer, de omgeving, de personages. Echt schitterend vind ik het hoofdstuk waarin via de hond Bayo wordt aangegeven en omschreven hoe het naderende onweer wordt opgemerkt.

Minder tevreden ben ik met de titel van deze roman. “Het onweer” klinkt mij te statisch in de oren, terwijl juist het voorbijrazen van zo’n bui en de wervelingen in de (atmo)sfeer naar mijn mening zo van belang zijn. De oorspronkelijke titel (El viento que arrasa) heeft meer beweging in zich. Het is ook zeer zeker niet zo dat het onweer al in de eerste hoofdstukken losbarst! Eerst is er de opbouw van de spanning in de sfeer, in de verhoudingen tussen de personages, met de bijna tastbare dreiging van het naderende onheil. Het relatief korte verhaal voelt als een scene uit een langere film. Je bent onmiddellijk nieuwsgierig naar de levens van de vier personen: dominee Pearson, zijn dochter Leni/Elena, garagist Gringo Brauer en zijn loopjongen Tapioca.

Hoewel het onweer als natuurverschijnsel eigenlijk een ondergeschikte plaats in het boek inneemt, kun je in figuurlijke zin wel constateren dat in de levens van de hoofdpersonen een onweer woedt. Bestaande posities en verhoudingen veranderen door de onverwachte omstandigheden dat Leni, de dominee, de Gringo en Tapioca door een probleem aan de auto van de dominee en daarna het voorbijrazende onweer, tot elkaars gezelschap veroordeeld zijn.

Voor een deel krijgen we een inkijkje in het verleden van de personages, maar hoe de toekomst er uit gaat zien blijft verborgen. Aan de ene kant is dat een aantrekkelijk aspect van het boek (door veel aan de verbeelding van de lezer over te laten), aan de andere kant voelde ik mij een beetje teleurgesteld dat het boek uit was op het moment dat ik juist wilde weten hoe het met iedereen verder zou gaan. Ik zou graag doorschakelen naar de volgende scene in de film.

Treffend beschreven vind ik hoe Leni in dezelfde persoon zowel haar vader als de dominee ziet. Daarbij is duidelijk dat zij als 16-jarige dochter kritiek heeft op haar vader en de wijze waarop hij haar meesleurt in zijn leven, terwijl zij tegelijkertijd uitermate onder de indruk is van de uitstraling en invloed van haar vader als dominee. Bijna als vanzelf ondersteunt zij de dominee in zijn zendingsdrift. Dit laatste deed mij terugdenken aan de 10-jarige Judith, het jonge hoofdpersoontje uit de originele en ontroerende roman Het land van melk en honing van Grace McCleen (Atlas Contact, 2011). Ook zij leeft in een door religie gedomineerde wereld, waarin zij op geheel eigen wijze haar weg probeert te vinden. Zij heeft zowel een diepgelovige kijk op de wereld alsook een heleboel vragen over het hoe en waarom.

Beide boeken blinken voor mij uit door die dualiteit op meerdere fronten. In het verhaal van Judith zit meer “verhaal” dan in Het onweer, maar dit laatste boek prikkelt nog weer meer de verbeelding. Kortom (je voelt het al aankomen): een leesadvies voor beide boeken!

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Het onweer heb ik als ongecorrigeerd leesexemplaar mogen lezen van uitgeverij Meulenhoff, waarvoor mijn hartelijke dank.

2 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Quentin Tarantino, Bob Dylan en Céline Dion in boekvorm

Pssst, niet verder vertellen, hoor, maar ik heb het script van de nieuwste Quentin Tarantino-film gelezen. Echt waar. Ik heb namelijk het boek De jongen die het liet regenen van Brian Conaghan (Uitgeverij Lannoo) gelezen. Voor mij zijn wezenlijke elementen in Tarantino-films dat er geen sprake is van een chronologische volgorde en dat er verschillende verhaallijnen zijn, die uiteindelijk toch samenkomen of met elkaar blijken samen te hangen, zoals in Reservoir Dogs en Pulp Fiction.

In De jongen die het liet regenen gaat het om de zestienjarige, enigszins eigenaardige jongen Clem. Hij is vanuit Zuid-Engeland verhuisd naar het Schotse Glasgow. Het boek is verdeeld in twee delen, waarbij in het eerste deel vanuit de invalshoeken van andere personen over Clem wordt verteld. Zijn (mogelijke) vriendinnetje Rosie, haar vriendin, een lerares, een voormalige leraar, de moeder van Rosie en nog meer personen komen afwisselend aan het woord. Zo krijg je langzaam maar zeker een idee van de voorgeschiedenis, maar weet je nog steeds niets over de grote climax. A la Tarantino wordt de spanning opgebouwd en ben je voortdurend in de weer om de verschillende puzzelstukjes op de juiste plek te leggen.

Het tweede deel is het verhaal van Clem zelf. Zijn visie op wat er gebeurd is en wat er uiteindelijk onvermijdelijk was. Hoewel ik dit deel minder indrukwekkend geschreven vond, is het boek zeker de moeite waard om te lezen. Overigens blijkt de titel gebaseerd te zijn op  een songtekst van Bob Dylan. De schrijver is er goed in geslaagd om de sfeer van de tegenwoordige tijd weer te geven in het verhaal. Mobieltjes, muziek, rondhangen, verwijzingen naar boeken en muziek, dat alles komt voorbij.

Er zijn meer boeken waarin de invloed van muziek/artiesten duidelijk te merken is en waar een vergelijkbaar thema (pesten/anders zijn) aan de orde is. Maar soms wíl ik een boek niet goed vinden. Omdat iedereen er zo lyrisch over is, omdat het een periode erg populair is, omdat het ook nog eens verfilmd is, omdat ik verwacht dat ik totaal niet tot de doelgroep hoor. Maar ja, als ik dan uiteindelijk toch Lieve Céline van Hanna Bervoets lees, blijkt het ook voor mij een prachtige roman.

In dit boek gaat het om Brooke (ja, inderdaad, door haar moeder Pamela, die eigenlijk Trude heet, vernoemd naar een personage in The bold and the beautiful), die na een traumatische ervaring totaal in de ban raakt van (de muziek van) Céline Dion. Het verhaal maakt indruk door de simpliciteit van de hoofdpersonen, de rauwheid van hun werkelijkheid, het uitzichtloze zonder dat dat beklemmend werkt (voor die personen). Het is volledig geschreven vanuit de beperkte belevingswereld van Brooke. Zij signaleert wel als er iets verandert, maar zonder zich rekenschap te geven van het waarom of waarvoor. Bervoets maakt, net zoals Walter van den Berg in Van dode mannen win je niet, gebruik van heel feitelijk taalgebruik en heel feitelijk weergeven van wat er gebeurt. En er gebeurt met Brooke nogal wat. Door het bijna weglaten van emoties wordt de impact van het geheel juist versterkt.

Helaas worden we in onze huidige maatschappij regelmatig geconfronteerd met familiedrama’s, vechtscheidingen, extreme pesterijen, ontspoorde levens door drugs, drank en geweld. En elke keer is dan weer de vraag: hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Was er dan niemand die het zag aankomen?

Er zijn veel instanties en organisaties die zich op dit terrein van de sociale zorg begeven. En ik ben er van overtuigd dat iedereen in deze sector met de beste bedoelingen werkzaam is. Het is praktisch onmogelijk om voor ieder persoon op maatgesneden en afdoende begeleiding en zorg te regelen. Wachttijden, intakeprocedures, het hoort er helaas allemaal bij. Maar de allergrootste hobbel is volgens mij toch echt die eerste stap: dat de persoon in kwestie zelf het aandurft om te erkennen dat hij of zij niet alles (meer) zelf aankan, het jezelf overtreffen en de schaamte opzij zetten en de moed hebben om bij een hulpverlener aan te kloppen. Die eerste stap is o zo belangrijk. Dat zien we ook bij Brooke in Lieve Céline. Haar eerste stap op weg naar haar idool, haar eerste stap op weg naar een nieuw leven, begint met naar buiten gaan. Als je zelf redelijk gezond en in balans bent, dan is het bijna niet voor te stellen dat er mensen zijn die geholpen moeten worden met die eerste stap. Door boeken als deze van Hanna Bervoets en van Walter van den Berg, maar ook het boek van Brian Conaghan worden wij daar weer eens aan herinnerd. En laten wij proberen om daar in de werkelijke wereld ook aandacht voor te nemen.

Veel (lees)plezier!

theonlymrsjo

 

6 reacties

Opgeslagen onder Boek review