Tagarchief: oorlog

Wat zou je doen

Ken jij het liedje van de Zeeuwse band Bløf met de titel Wat zou je doen? De tekst van deze song heb ik nu al dagenlang in mijn hoofd, eigenlijk vanaf het moment dat ik de roman Mijn vader was een NSB’er heb gelezen (geschreven door Elmer den Braber, uitgegeven bij Uitgeverij De Spion). Met name het volgende tekstgedeelte spookt door mijn hoofd:

Zou je lachen, zou je schelden?
Zou je zeggen dat ik een klootzak ben?
Zou je janken, zou je vloeken?
Zou je zeggen dat je me niet meer kent?
Zou je lachen, zou je schelden – van verdriet?

“Wat zou jíj doen” is een vaak terugkerende vraag, bij boeken met thema’s waarbij er zelden een heel duidelijke lijn tussen goed en fout is te trekken. Zo ook bij het boek van Elmer den Braber. In deze roman draait het om Elsa, inmiddels weduwe en oma, die na jarenlang gezwegen te hebben over het familieverleden, nu besluit het relaas aan kinderen en kleinkinderen uit de doeken te doen. En de titel zegt wat dat betreft al genoeg: haar vader was een NSB’er. Elsa vertelt over haar jeugd, de oorlogsjaren in haar familie en de ontwikkelingen daarna.

Tijdens een door @Leestweeps georganiseerde twitterleesclubavond, waaraan ook de schrijver deelnam, is aan hem gevraagd waarom hij gekozen heeft voor de eendimensionale benadering, om het hele verhaal te vertellen vanuit het oogpunt van Elsa. Den Braber gaf aan dat hij daarmee beoogde het een persoonlijk verhaal te laten worden (“oma vertelt”) maar tegelijkertijd aan de lezer de ruimte te laten om een eigen mening te vormen over bijvoorbeeld het handelen van de vader van Elsa.

Vader, kruidenier in Weesp, sluit zich aan bij de NSB. Of hij dat nu alleen maar doet om zijn gezin te beschermen of dat hij het ook uit ideologie doet, blijft prachtig onduidelijk. Dit greep mij bij de keel. Wat zou ík doen in die situatie? Zijn beweegredenen blijven voor Elsa en daarmee ook voor ons, lezers, verborgen. Het was later ook niet meer mogelijk om daarnaar de vragen, want vader overlijdt kort na de bevrijding. Hij overlijdt in Kamp Vught. Hoe hij daar terecht is gekomen zou ik hier heel graag vertellen, want dat geeft een extra lading aan de vraag “wat zou jij zelf doen in die situatie?”. Zou jij, als je Elsa was, schelden, vloeken, zeggen dat vader een klootzak is? Laten we vooral niet vergeten dat Elsa op het moment van de bevrijding van Nederland 17 jaar oud is. In hoeverre kun je op die leeftijd het soort beslissing nemen dat zij neemt, in hoeverre ben je dan al in staat om de gevolgen van jouw handelen te overzien. In hoeverre heeft zij “het recht” om te doen wat ze doet? Echt, lees dit boek en ontdek wat er gebeurt en wat het met jou doet. Er waren overigens ook genoeg momenten dat ik mij ergerde aan het zelfmedelijden van Elsa en haar repeterende eigen bevestiging dat zij nergens invloed op had. Zij is voor mij niet zonder meer de held van het verhaal, maar dat lijkt mij ook geenszins de bedoeling van de schrijver. Het verhaal moest verteld worden.

De opstelling en levenshouding van vader deed mij overigens denken aan de opstelling van Daniël Maandag, de vader van de familie Maandag in de roman Koningin van de nacht van Yvonne Keuls (Ambo Anthos). Deze overduidelijk Joodse vader was bezeten van muziek. Hij was zo naief om te veronderstellen dat hij alle ellende zou kunnen omzeilen door een bewijs van niet-Joodse afkomst te kopen. Dream on. Maar wat zou jíj doen, als je met jouw eigen verstand er niet bij kan dat al die gruwelijkheden daadwerkelijk en heel dichtbij plaatsvinden? Hoe makkelijk is het om “achteraf, met de kennis van nu” vanuit een makkelijke stoel in een veilige omgeving, te oordelen over gedrag en besluiten van anderen.

De laatste tijd merk ik steeds vaker dat ik een onderscheid wil maken tussen enerzijds het thema van een boek en wat het met mij doet en anderzijds mijn mening over de manier waarop de schrijver het verwoord heeft, de kwaliteit van de schrijfstijl, de verrassende toepassing van stijlfiguren en dergelijke. Daarom introduceer ik hier twee termen die ik voortaan regelmatig in mijn publicaties zal gebruiken: de TQ en de BQ. Oftewel TQ: de kwaliteit van het thema (Theme-Quality) en BQ: de kwaliteit van het boek “als boek” (Book-Quality)

Ik zal er niet omheen draaien: de BQ van Mijn vader was een NSB’er vind ik maar middelmatig. Het kabbelende toontje van oma Elsa die haar familiegeschiedenis vertelt, kon mij niet boeien. Natuurlijk moest de indruk ook zijn alsof je bij Elsa in de kamer zit en naar haar verhaal luistert, maar die setting ging mij vervelen. De kwaliteit van de schrijfstijl, de opbouw van het boek, het taalgebruik, de sfeerbeschrijving, het maakte niet echt indruk. Een paar lelijke, slordige tikfouten (in de ebookversie die ik via de openbare bibliotheek had geleend) hadden ook geen gunstige invloed op de leeservaring als boek. Maar door de hoge TQ kon ik het toch niet laten om deze blogpost te schrijven. Zeker de vraag naar het hoe en waarom rondom de vader maakte op mij indruk. Het thema zal mij nog wel langer bezighouden. En dat is dan toch ook weer een compliment aan de schrijver 🙂

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Wie is de Mol?

Een boek met een mooi begin, een meanderend tussenstuk en uiteindelijk een duidelijk eind. Voor vele lezers het ideale concept. Voor die lezer heb ik een advies: lees de roman De schaduw van de Mol van de Vlaamse schrijver Bob van Laerhoven (Houtekiet). En bekijk dan eens wat dit boek met jou doet. Het kan zo maar zijn dat dit boek jou volledig uit het lood slaat, dat je geen idee hebt wat je nu eigenlijk gelezen hebt, wat er is gebeurd en hoe het verder gaat. Maar tegelijkertijd kan dat een hele fijne leeservaring zijn. Want één ding durf ik dan wel te stellen: dit verhaal ligt naar alle waarschijnlijkheid buiten jouw comfortzone.

De primaire setting van het verhaal in De schaduw van de Mol is het noordoosten van Frankrijk in de tweede helft van de Eerste Wereldoorlog. Oorlogsterrein, loopgraven. De jonge psychiater (in opleiding) Michel Denis is zelf bij een aanslag gewond geraakt, hij is zijn rechterarm kwijt. Desondanks blijft hij in het leger en doet hij wat hij kan om anderen te helpen. Er wordt een man gevonden die aan een verregaand geheugenverlies lijdt. Omdat niemand weet wie of wat hij is, wordt deze man de Mol genoemd. Denis vat een persoonlijke interesse op voor de Mol om te achterhalen waar dit geheugenverlies vandaan komt. Is er sprake van “shellshock“, aanstellerij of schizofrenie? De Mol krijgt een grijs schrift ter beschikking en gaat als een bezetene aan het werk. In onderdelen komt er van zijn hand een heel bijzonder verhaal te voorschijn. Dit wordt in het boek heel kenmerkend aangegeven doordat deze onderdelen op grijze pagina’s zijn gedrukt.

Dwars hier doorheen loopt dan nog de relatie tussen Denis en Marie Estrange, oorlogverpleegster uit morele overwegingen. De intensiteit van deze relatie is onlosmakelijk verbonden met de persoonlijke ontwikkeling die beide personen doormaken.

Het kwam soms op mij over alsof de schrijver over heel veel thema’s zou willen schrijven en nu zijn kans schoon zag om dat allemaal aan elkaar te knopen in één allesomvattend verhaal. Dat maakte het voor mij tot een genot om te lezen. Zoveel elementen waarover ik ook nadat ik het boek uitgelezen heb, nog kan en zal blijven nadenken. Ik voelde een lichte mate van frustratie toen ik de laatste letters gelezen had. Ik had nog zo veel meer willen weten en inmiddels had ik echt het gevoel een band te hebben opgebouwd met Michel Denis en zelfs met Marie Estrange. Is het boek dan niet af? Jawel! Het is precies goed. Het geeft genoeg om het een compleet verhaal te laten zijn en het laat genoeg achterwege om de eigen verbeelding te blijven prikkelen.

En dat vind ik zelf steeds weer het heerlijke van lezen: het ontdekken van andere werelden, het “ontmoeten” van allerlei mensen van verschillende pluimage, het kennismaken met andere opvattingen en overtuigingen en, last but not least, het “verplicht” moeten nadenken over het thema in het verhaal maar ook de uitwerking daarvan in mijn eigen leven.

Nu het hier om een barstensvolle roman gaat, heb ik ook een overdaad aan associaties om te noemen. Voor elk onderdeel was er wel een herinnering aan een eerder gelezen boek. Ik moest bijvoorbeeld even aan Harry Potter denken op de momenten dat één van de personen in de roman van Van Laerhoven het gevoel had dat er een Ander voor of namens hem dacht en aanstuurde. In de boekenreeks van Harry Potter wordt gebruik gemaakt van “legilimentie en occlumentie” om in andermans hersenpan te sluipen of juist om te voorkomen dat jouw hersenen en geheugen door een ander worden overgenomen. Verder verzuchtte ik meerdere malen wat een enorm werk de schrijver op zijn hals heeft gehaald met een roman als deze. Alle historische feiten en plaatselijke omstandigheden moeten kloppen, de status van de psychiatrische wetenschap moet corresponderen met die tijd, het woordgebruik moet passen bij de situatie van een eeuw geleden en ga zo maar door. Elke schrijver heeft waarschijnlijk heel veel voorwerk te doen, maar bij een roman als De schaduw van de Mol valt het nog meer op, net zoals bij de gedetailleerde trilogie over de 20e eeuw van Ken Follett. De sfeer van de roman deed mij ook af en toe terugdenken aan de verbijsterende roman Het Parfum van Patrick Süskind, waarbij Jean-Baptiste een heel bijzondere persoonlijke ontdekkingsreis maakt.

Vandaag maak ik echter de keuze om een verbinding te leggen met een roman van Arthur Japin, met de titel Een schitterend gebrek (Singel Uitgeverijen – de Arbeiderspers). Hoewel dit verhaal zich nog enkele decennia eerder afspeelt, waren er elementen die ik als overeenkomsten zie. Dit kwam met name naar voren in de beschreven sfeer van het dagelijks leven in die tijd en door de scene waar uitdrukkelijk gebruik wordt gemaakt van een masker om de ware identiteit verborgen te houden. In Een schitterend gebrek heeft het masker ook een zeer bepalende functie. Verder is het bijna niet meer voor te stellen hoe het moet zijn om te leven in een wereld zonder stromend water, elektriciteit, internet ….. Er is ook veel veranderd ten aanzien van de beleving van (persoonlijke) hygiëne en de invulling van omgangsnormen.

Overigens heb ik met de schrijver Arthur Japin een soort haat-/liefdeverhouding, net zoals met Leon de Winter. Op de een of andere manier voel ik een zekere weerstand om hun boeken goed te vinden, terwijl ik aan de andere kant ook steeds weer erg nieuwsgierig ben naar “wat ze nu weer gepubliceerd hebben” 🙂 Heb jij dat ook met een schrijver? Laat het mij in een reactie onder deze blogpost weten of reageer via mijn facebookpagina. Reacties worden op prijs gesteld.

Aan het begin van deze blogpost gaf ik het leesadvies over De schaduw van de mol aan lezers die een bepaald verwachtingspatroon hebben, met mijn goedbedoelde insteek om aan te zetten tot lezen buiten de gebaande paden. Maar ook voor lezers die sowieso wel geïnteresseerd zijn om eens wat anders te lezen, is deze roman zeker een aanrader. Ik ben de schrijver en de uitgever dankbaar voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

2 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Old skool Dystopia

Bij tijd en wijle geniet ik (en met mij zeer veel andere lezers) van boeken in het genre van Hunger Games (geschreven door Suzanne Collins, in Nederlandse vertaling uitgegeven bij Scholastics) en Divergent (Veronica Roth, in Nederlandse vertaling onder het label Van Goor). Van die laatste serie heb ik overigens tot nu toe alleen deel 1 gelezen, maar van de Hunger Games heb ik de volledige trilogie verslonden. In beide series is er sprake van een zogeheten dystopische wereld: de maatschappij is totaal ontwricht door natuurrampen, oorlogen en ongewenst menselijk ingrijpen. Deze (verzonnen) wereld kenmerkt zich door bizarre leefomstandigheden, grote invloed van computers en dergelijke apparatuur, onvoorstelbare omgangsvormen, vaak een absurd totalitair regime en een voortdurend en overheersend gevoel van angst. Vooraf verwachtte ik slechts een paar uur ontspanning, maar gaandeweg werd ik zeker bij Vlammen (deel 2 van de Hunger Games) getroffen door de vergelijking die met onze huidige maatschappij getrokken kon worden. “The show must go on” is een leus die in de wereldpolitiek geen onbekende is. Systemen hangen in weerwil van zichzelf zo met elkaar samen, dat een natuurlijke verandering of evolutie nauwelijks te verwachten is. Slechts met grof en bruut geweld en persoonlijk doorzettingsvermogen kunnen veranderingen c.q. verbeteringen worden doorgevoerd, zo lijkt het.

Bij zulke boeken kun je je regelmatig afvragen hoe een schrijver zo iets extreems kan verzinnen. Na tijdens het lezen volledig in die denkbeeldige wereld ondergedompeld te zijn geweest, slaken wij een zucht van verlichting bij het terugkeren in onze eigen echte wereld. Om de gedachten te verzetten doen we daarna een geschiedenisboek open of een roman als Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd (Uitgeverij De Geus). Om vervolgens te constateren dat een schrijver eigenlijk niet zo veel verbeelding nodig heeft. De werkelijkheid is namelijk vaak veel erger dan wij willen zien en geloven of in ieder geval erger dan wij ons willen en kunnen herinneren. Dat is het beeld en gevoel dat bij mij blijft hangen na het lezen van de genoemde roman. Deze roman is geschreven door het schrijversechtpaar Charles den Tex en Anneloes Timmerije.

Het boek van Den Tex en Timmerije vindt zijn oorsprong in het werkelijke levensverhaal van Lienke Hagers-Buriks en haar Guus. Twee jonge mensen met een leven voor zich in Nederlands-Indië. Guus is een vlieger in hart en nieren, dus als de oorlog in dat deel van de wereld losbarst is het logisch dat hij zijn steentje gaat bijdragen. De twee verhaalslijnen ontwikkelen zich vervolgens los van elkaar, maar tegelijkertijd in diepgevoelde verbondenheid.

Boeken die gebaseerd zijn op waargebeurde verhalen of gebeurtenissen behoren gemiddeld genomen niet tot mijn favoriete genre. Maar dit soort boeken geeft wel vaak veel informatie over een deel van de wereld of een periode in het verleden waarover ik niets of in ieder geval onvoldoende weet. Zo ook deze roman. Natuurlijk weet ik dat de Tweede Wereldoorlog zich niet tot Europa heeft beperkt. Op één tante na heb ik echter geen familie die destijds in de regio van Nederlands-Indië verbleef. Het leven daar en in die periode ken ik alleen uit boeken en verhalen.

Het verhaal van Lienke en Guus druipt van de liefde en toch is dat niet wat voor mij het belangrijkste is wat blijft hangen. Voor mij springt in de verhaallijn van Guus naar voren het element dat informatie belemmert. Hoe meer je weet, hoe voorzichtiger je wordt, want je kunt die informatie niet meer negeren. Bij alles wat je vanaf dat moment doet of zegt, weeg je de belangen van betrokkenen af en voel je de morele druk om verantwoord met de kennis om te gaan. Doodvermoeiend en levensgevaarlijk, de rode draad in de oorlogsjaren van Guus.

In een redelijk afstandelijke schrijfstijl krijgen wij via het leven van Lienke een inkijkje in het dagelijks leven in een Jappenkamp. De steeds verdergaande beperkingen, het strafregime, het monddood maken van alles en iedereen, het opvoeren van onderlinge spanningen. Ik kan mij daar gelukkig weinig bij voorstellen, maar het gevoel van radeloosheid en de op de loer liggende hysterie en gekte proef je in elke zin. Hier moest ik terugdenken aan het inktzwarte boek Nacht van Elie Wiesel (uitgegeven bij Meulenhoff). In dit verslag beschrijft hij zijn jongensjaren net voorafgaand aan de oorlog en de periode in vernietigingskampen die hij vervolgens meemaakt. IJzingwekkend indrukwekkend. Een must-read voor iedereen die het belangrijk vindt om invulling te blijven geven aan het “dit nooit weer”. Mijn persoonlijke desinteresse voor waargebeurde verhalen lost hierbij op in het niets.

Terug naar Guus en Lienke. Eerlijk gezegd ben ik niet erg onder de indruk van de schrijfstijl, opbouw van het verhaal, gebruikte stijlvormen en wat je nog meer als criticaster kunt verzinnen. Ik vermoed overigens dat dit een roman is waarin elke lezer wel iets naar eigen gading kan vinden. Zelf vind ik, ondanks mijn “kritiek”,  de roman van Den Tex en Timmerije een waardevolle aanvulling in mijn lees-leven. Een dergelijke roman helpt om ons algemeen bewustzijn als maatschappij op peil te houden, waardoor wij hopelijk voorkomen ooit in een echte dystopische wereld te moeten leven.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd heb ik mogen lezen in het kader van de boekenbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur. Mijn dank gaat weer uit naar organisator Cathelijne en Uitgeverij De Geus voor het beschikbaar stellen van een leesexemplaar.

Via deze link kom je op de verzamelpagina terecht om te lezen wat mijn medebloggers over deze roman schrijven.

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review

Klaproos en veren

Vandaag, zondag 9 november 2014, is een bijzondere dag: op één en dezelfde dag worden twee historisch belangrijke feiten herdacht. De tweede zondag in november is in Engeland (in de ruimste omvang) traditioneel Remembrance Sunday, waarbij wordt stilgestaan bij alle oorlogsslachtoffers. In eerste instantie was deze dag bedoeld voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, maar in de loop der jaren is de betekenis van deze dag uitgebreid. Daarnaast is het vandaag 25 jaar geleden dat de Berlijnse Muur definitief naar beneden kwam. In Duitsland wordt er geklaagd dat op scholen meer wordt onderwezen over Nazi-Duitsland dan over de Koude Oorlog en de periode daarna, terwijl die recente periode voor het huidige Duitsland uiteraard van grote invloed is (geweest). Hoe dat in Nederland wordt geïncorporeerd in het onderwijs, weet ik eerlijk gezegd niet. Wat ik wel weet is dat tijdens mijn schoolperiode er maar bar weinig aandacht was voor de Eerste Wereldoorlog. Natuurlijk leerden we de jaartallen en de “hoogtepunten”, maar verder werd de zogenaamde neutrale rol van Nederland erg benadrukt.

Hoe anders moet dat zijn voor de leerlingen/inwoners van bijvoorbeeld België, Frankrijk en Engeland! Nu het dit jaar 100 jaar geleden is dat die Eerste Wereldoorlog begon, zijn er veel boeken over die periode verschenen. Bij toeval las ik het  boek De jongen die zijn vader zocht van John Boyne (de Boekerij). Deze roman is, naar ik aanneem, in principe bedoeld als jeugdboek en dat is aan de schrijfstijl en het taalgebruik te merken. Het is een lief verhaal over een jonge jongen (Alfie Summerfield), wiens vader uit volle overtuiging in het leger is gegaan om mee te vechten in de Eerste Wereldoorlog. Er komen steeds minder berichten van zijn vader. Volgens de moeder van Alfie is vader met een geheime missie bezig. De armoede ligt op de loer, ondanks de dubbele diensten die moeder draait. Alfie vindt een mogelijkheid om een financieel steentje bij te dragen. En daardoor komt hij in de gelegenheid om te ontdekken waar zijn vader is en wat er aan de hand is. Lief, af en toe licht ontroerend, en met een bij deze roman passend “happy end”.

Echt onder de indruk van het verhaal was ik niet, maar al lezende kwamen er wel thema’s voorbij om over na te denken. De eigen wereld was voor iedereen destijds veel kleiner dan tegenwoordig. Er was natuurlijk nog geen sprake van alle huidige, moderne communicatiemiddelen. Post kon weken onderweg zijn, dus de inhoud van een brief kon al achterhaald zijn op het moment van de ontvangst van de brief. En los daarvan was er al de vraag óf er een brief kon komen. Destijds was het nog zeker niet gebruikelijk dat iedereen had leren lezen en schrijven. Daarom gebeurde het regelmatig dat iemand anders werd ingeschakeld om een kaart of brief voor het thuisfront te schrijven. Dit is één van de elementen die mij in gedachten terugvoerden naar een roman die ik in 2012 heb gelezen, Post voor mevrouw Bromley van Stefan Brijs (Atlas Contact). In deze werkelijk schitterende en uitermate indrukwekkende roman word je aan de hand van het verhaal van John Patterson meegenomen naar het dagelijks leven in die tijd, met alle druk van buitenaf en de eigen afwegingen van John.

John Patterson en Martin Bromley zijn dikke vrienden. Zij wonen allebei in Londen als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Beiden hebben een andere opvatting over hoe zij deel kunnen c.q. moeten nemen aan deze afschuwelijke ontwikkeling. Zij maken dan ook in eerste instantie allebei een andere keuze. Martin meldt zich aan om mee te gaan vechten. Hoe het hem vergaat en hoe er voor wordt gezorgd dat zijn moeder op de hoogte blijft van de ervaringen van haar zoon, daarvoor moet je echt dit boek lezen. Wat ik hier nog wil aanhalen is de manier waarop personen die niet richting oorlogsgebied zijn gegaan (zoals John) werden benaderd. Misschien heb je wel eens gehoord over het destijds uitdelen van witte veren. Witte veren om aan te geven dat je een lafaard bent dat je niet voor volk en vaderland gaat vechten. Wat een impact heeft dat op een man die niet voor zijn verantwoordelijkheden wegkruipt maar wel zijn eigen afwegingen wenst te maken. Maar wie zijn nu eigenlijk de echte helden? Ben je een held als je met open ogen je in het avontuur stort en jouw einde tegemoet snelt? En ben je een lafaard als je op een andere manier hierover wilt nadenken? Is dit niet een universele discussie bij elke oorlog, ook in onze tegenwoordige tijd?

De witte veren komen ook in het boek van John Boyne aan de orde. Misschien is dat nog niet iets wat Alfie kan begrijpen en invoelen, maar als lezer raakte ik bij beide boeken danig onder de indruk. Vandaag sta ik hier voor mijzelf nog eens extra bij stil.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

De roman Post voor mevrouw Bromley heb ik geleend bij mijn plaatselijke openbare bibliotheek. Ben jij ook lid van de bibliotheek? In het kader van Nederland leest ligt er deze maand (november) een uitgave van Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart voor je klaar. Maar op = op!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boek review

Bittere muziek

Het kon uiteindelijk niet uitblijven. Niet elk boek dat ik lees in het kader van de boekbloggersleesclub Een perfecte dag voor literatuur kan natuurlijk net zo’n onvergetelijke indruk maken als Jouw gezicht zal het laatste zijn of Van dode mannen win je niet. Voor vandaag staat op de planning de meest recente roman van Yvonne Keuls: Koningin van de nacht (Anthos Amsterdam). En eerlijk is eerlijk, het is een goed geschreven boek, knap gesitueerd in een historisch beladen periode. En toch.

In de voorbereiding op dit blog heb ik geworsteld met de vraag hoe ik zo goed mogelijk kan aangeven welke indruk dit boek op mij maakt. Een worsteling, omdat ik mij een beetje beschaamd voel om te zeggen dat ik niet onder de indruk ben van een verhaal waarin de Tweede Wereldoorlog en de uitzonderlijke positie van joden in die periode een centrale rol innemen. Het voelt bijna niet politiek correct. Zonder ook maar iets af te willen doen aan de verschrikkingen die hebben plaatsgevonden, overheerst bij mij na het lezen van Koningin van de nacht de mening dat dit het zoveelste verhaal van een joods gezin in die periode is.

De invalshoek van het boek is overigens wel verfrissend. In het gezin Maandag is muziek een zo belangrijk ingrediënt dat met name vader Daniël totaal niet bezig is met zijn jood-zijn. Zonder merkbare gêne koopt hij papieren waaruit zou moeten blijken dat hij geen jood is. In combinatie met zijn gemengde huwelijk moet dit voldoende zijn om hem onschendbaar bezig te laten zijn in zijn wereld. In zijn wereld is één taal voldoende en dat is de taal van muziek. 

Hier moest ik terugdenken aan de prachtige monoloog Kaddisj voor een niet geboren kind van Imre Kertész. Daarin vertelt de hoofdpersoon over zijn verbijstering dat hij enkel en alleen door het opplakken van een gele ster, tot één en dezelfde bevolkingsgroep wordt gerekend met personen waarmee hij in zijn dagelijks leven totaal geen contact of connectie had.

In Koningin van de nacht komen de schrijverskwaliteiten van Yvonne Keuls direct naar voren door de treffende manier waarop zij vanuit het perspectief van Daan, het 7-jarige hoofdpersoontje, de gebeurtenissen weet te beschrijven. Daan is echt een kind van die tijd, met wetenschap van wat er om hem heen gebeurt maar ook met behoefte om lekker met zijn vriendjes buiten te spelen. Sporadisch zie je dat toch ook vader Daniël begrijpt dat hij de realiteit niet altijd kan ontlopen, bijvoorbeeld het overlijden van zijn vrouw, het opgroeien van zijn dochter en zijn bijzondere vriendschap met een duitse officier.

De manier van samenleven in het “gezin” Maandag, de wijze van onderlinge communicatie, de zich ontwikkelende onderhandelingen met de buurman, de onderhuidse spanningen, de persoonlijke tragedies, de voelbare liefde van een vader voor zijn kinderen. Allemaal elementen die deze roman tot een evenwichtig boek maken. Misschien had ik vooraf de lat voor een ervaren schrijfster als Yvonne Keuls wel erg hoog gelegd en zou mijn oordeel milder zijn geweest als deze roman door een debutant geschreven was. Op onderdelen heb ik echt genoten van de sfeerimpressies en de (soms stilzwijgende) conversaties. En ook al plaats ik het niet op nummer 1 van mijn toptitels, ik heb zeker geen spijt van de geïnvesteerde leestijd.

Veel leesplezier!

theonlymrsjo

PS Ik ben erg benieuwd wat mijn mede-bloggers schrijven over dit boek. Wil jij dat ook weten? Klik dan HIER.

3 reacties

Opgeslagen onder Boek review